woensdag 24 juni 2020

Vier dagen rond het IJsselmeer. 9-12 juli 2020


Er is wat ruimte in de agenda en na alle maanden van thuis zitten door de maatregelen om het Coronavirus te beheersen zijn in juni de campings weer open gegaan en begint het te kriebelen om er op uit te gaan en het gras van nabij te ruiken. Ik heb vier dagen, het idee is de boot Enhuizen-Stavoren te nemen. Ik zoek campings en maak een route met behulp van de routeplanner van de fietsersbond die ik op mijn gps zet. Probleem! De weersvoorspellingen zijn niet best voor de eerste twee dagen. Ik besluit het er toch op te wagen.

Dag 1 Haarlem-Enkhuizen.

Ik neem de tijd om op te staan en de laatste spullen bij elkaar te zoeken. Het regent en bij een kopje koffie controleer ik de buitenradar. Daar zie ik dat het rond 11.30 u stopt met regenen. Iets later rij ik weg naar Buitenhuizen via Spaarndam. Bekend terrein en ik moet even wachten op de pont. Ik maak een praatje met een jonge man die me aanspreekt over mijn bagage. We raken in gesprek. Hij is op weg naar Wormerveer om op bezoek te gaan bij een winkel van babyspullen. Hij is ontwerper van kinderwagens en hij wil wat netwerken en zaken bespreken. Ik vertel iets over mijn plannen en hij is geïnteresseerd in de route die ik volg. Omdat het slecht weer is een beetje miezert heb ik een vrij directe route gekozen. Op de hoogte van Krommenie en West Knollendam sla ik rechtsaf naar het pontje van Spijkerboor dat gelukkig vaart en vervolgens volg ik de dijk van de polder de Beemster. Aan mijn linkerhand de dorpjes Graft en de Rijp en dan door de polder naar het noorden. Bij Avenhorn de polder weer uit en dan ben je zo in Hoorn. Ik zag dat men bezig is met het versterken van de Ijsselmeerdijk en zand aan het opspuiten is, mogelijk ook om nieuwe natuur te maken. 
In Hoorn tijd genomen voor een kop soep en brood. Ook om warm te worden en wat op te drogen. Daarna volgde het tweede deel naar Enkhuizen. Ook nu weer langs een niet heel erg idyllische provinciale weg, maar met wind in de rug en een goed fietspad schiet je wel op. De routeplanner bracht me naar het treinstation van Enkhuizen, waar ook de boot naar voren vertrekt. Hier kon in een way-pont maken voor de volgende dag. Daarna een beetje kris kras door het oude centrum en langs de Drommedaris een plek waar ik een paar keer met een straatorkest heb gespeeld. Toen op zoek naar de camping aan de noordkant van het stadje die gesloten bleek te zijn. Niet erg fijn met al de nattigheid. Daarna met de routeplanner op zoek naar de stadscamping De Vest. De receptie is dicht en ik moet me digitaal aanmelden wat niet lukt. Een mevrouw die kwam aangefietst legt me uit waar de kleine tentjes staan. In de miezerregen zet ik mijn tent op en ga boodschappen doen. Nu zie ik beter wat voor bijzonder stadje dit is met inderdaad een vestingwal, lange kanalen met aan beide kanten huizen en mooie oude kerken en gevels. Na de boodschappen besluit ik een café te zoeken voor een biertje. Ik heb tijd genoeg en bij de tent zitten met dit weer is toch niet leuk. Ik lees een bijlage van de volkskrant over de aantrekkelijkheid van complottheorieën zoals het verband tussen Corona en het komende 5G netwerk. Er zijn een aantal mensen geïnterviewd die via internet een hele studie hebben gemaakt die een verklaring biedt voor dit verband. Grote geheime organisaties en Bill Gates zitten achter het ontstaan van het virus en deze mensen zouden ook belang hebben in de bestrijding. Een beetje griezelig allemaal, maar een wetenschapper die is gepromoveerd op complotdenken pleit voor goed luisteren naar deze mensen, eventueel zaken onderzoeken, maar vooral ook voorkomen dat mensen genegeerd worden en als vanzelf bij populistische partijen terecht komen. Niet iedereen is in staat complexe maatschappelijke mechanismen te analyseren en autonome keuzes te maken. Een internet is een rijke voedingsbron voor allerlei ideeën en ideologieën. 
Bij de tent snel wat gegeten en afgewassen. Ik vind het te nat en te koud om te gaan douchen, duik er in en lees wat in mijn boek van Jonathan Franzen, de correcties.

Dag 2. Enkhuizen-Stavoren-Vollenhove

Ik sta rond 7 uur op en breek alles af zonder wat te ontbijten. Rond 8.30 u ben ik bij de boot en laat mijn ticket zien. De boot is coronaproef gemaakt met afstand tussen de tafels en ik hoef geen mondkapje op. Het is nat weer, winderig met flinke golven. Ik kijk nog even naar de Drommedaris en de haven en richt me dan op de krant op mijn tablet en geniet van een kopje koffie. Ruim een uur later arriveren we in de haven van Stavoren en ben ik in Friesland aangekomen. Als ik van de boot afkom eet ik twee klaargemaakte boterhammen en moet de beslissing nemen of ik ga fietsen of toch maar  zoals andere fietsers doen gaan schuilen in een hotel-cafe vlakbij de haven. Ik doe het laatste want er is nog tijd. Binnen bij een kopje koffie zie ik op de buienradar dat het rond 12 uur droog wordt. Een uur wachten kan wel en ik kan wat lezen in een Els Borst lezing van ... over een instrumentele zorgbenadering en een meer narratieve die een zorg op maat aanpak tot resultaat heeft. De kelners vinden het prima als ik zo wat aan mijn tafeltje lees. 
Rond twaalf uur druppelt het nog wat na, maar zijn boven het IJsselmeer al wat blauwe plekken tussen de wolken te zien. Ik trek voor de zekerheid mijn regenjas aan en vertrek. Al snel passeer ik de rode klif. 
Stavoren en deze puist in het landschap van keileem zijn in 1343 de plek geweest waar de friezen de indringende hollanders hebben weggejaagd en zo voor langere tijd hun autonomie hebben behouden. Elk jaar vindt hier nog een herdenking plaats van deze overwinning. Daarna volg ik de kustlijn en steek daarna het achterland in waar het redelijk heuvelig is met veel bos: Gaasterland. Van alle nattigheid van gister is mijn ketting droog en roestig geworden en moet ik deze invetten. Dan passeer ik het kleine plaatje Sloten dat vol is met fietsers en mensen die op een terrasje wat drinken. Ik doe er wat boodschappen voor de lunch en het avondeten. Met een grote boog naar het noorden door boerenland kom ik uiteindelijk vlak bij Lemmer terecht en ga vervolgens naar het zuidoosten om in Ossenzijl terecht te komen. De wind is noordwestelijk dus ik kan hele stukken 27 km per uur rijden. Dat helpt voor het gemiddelde. Bij de planning van de route heb ik juist Ossenzijl opgegeven om zo weer een keer door het natuurgebied de weerribben te rijden. Ik kom op het smalle fietspad aan de rechterkant van het water terecht met heel veel bruggetjes. Dit haalt het gemiddelde behoorlijk naar beneden, maar zo kan ik goed zien hoe de oude huisjes opgeknapt zijn door mensen die het kunnen betalen en hier hun weekenden doorbrengen. Bij Kalenberg kom ik op het fietspad een 'verboden in te rijden bord' tegen vanwege Corona. Ik vraag de brugwachter om advies. Hij begrijpt dat ik naar Nederland (plaatsje) moet en knijpt een oogje dicht. Ik snap de overheid wel. Het fietspad is een fiets breed dus als je tegemoetkomende fietsers passeert dan zit je geen anderhalve meter van mensen af. Bij Nederland rijd ik zuidelijk naar Blokzijl en kom zo in Vollenhoven aan, waar ik boodschappen doe en de kasteelcamping 'De Oldenhof' op zoek. Natuurlijk wordt ik gevraagd of ik gereserveerd heb en ik krijg even de schrik, maar ik kom op het overloopveldje te staan. De beheerder legt met uitgebreid het corona routeschema in het toiletgebouw uit en we raken aan de praat over ecologische voetafdrukken, de geschiedenis van deze kasteelcamping, de gok nemen om met een onzekere baan te beginnen (beheerder worden van een camping), maar zijn vrouw is werkzaam in een apotheek dus dit biedt zekerheid en hij kan bijverdienen met timmerwerk. (Waarom vind ik dit soort gesprekjes zo leuk?) Ik zet mijn tent op en wil gaan douchen maar ben mijn muntje verloren. De beheerster geeft me een nieuwe zonder dat ik hoef te betalen. Naast mij staan twee fietsers uit de buurt van Helmond die vandaag vanuit Zwolle zijn aangekomen. Zij heeft net een nieuwe electrische fiets wat hij wel waardeert enz. 
Na douchen, een biertje wat koken en lezen in het avondzonnetje. Als de zon weggezakt is wordt het koud en duik ik de tent in. 

Dag 3 Vollenhove-Ermelo

Ik ben om zes uur wakker, maar dommel nog wat na en ga er om acht uur uit. De zon zit nog achter de bomen en de tent is behoorlijk nat omdat het in de nacht flink geregend heeft. Ik maak wat thee en eet mijn ontbijtje. En dan zit er niets anders op om maar te gaan. Er is minder wind en de temperatuur is hoger dan gister. Het wordt een mooie dag. Ik pak alles in en neem afscheid van mijn buren en vertel wat mijn doel is. Zij gaan richting het noorden en daarna naar Hardenberg, het Vechtdal omdat zij daar oorspronkelijk vandaan komt. Ik lever mijn WC sleutel in, maak wat foto's van het kasteeltje en de lanen van het landgoed. Ik kruis de provinciale weg en kom snel bij de dijk van het randmeer en rij naar het zuiden en kom uit bij de pont van Genemuiden. Opvallend is dat ik hier geen mondkapje op moet, terwijl dit bij alle pontjes in Noord Holland wel verplicht was. Andere veiligheidsregio!. Daarna vervolg ik door een saaie polder met rechte wegen naar de randen van de nieuwbouw van Zwolle en pak snel de dijk van de IJssel op. Ik passeer een overloop-natuurgebied in de Ijssel met een uitkijkpunt voor bezoekers vanwege de vele vogels die hier verblijven. Dan passeer ik een grote sluis over het zijkanaal en daarna drink ik een kopje koffie bij een oude sluis. Het is heerlijk in het zonnetje en ik kan mijn was goed drogen. 
Na een klein uurtje steek ik bij Hattem de IJssel over en kom op de Veluwe terecht. Licht heuvelig en veel fietspaden. Ik rij onder het militair oefenterrein door naar Nunspeet om daar boodschappen te doen. Er zijn veel mensen op pad of zitten op terrassen. Er is weinig te merken van coronastress. 
Daarna op weg naar de staatsbosbeheercamping in Drie. Onderweg gaat het een paar keer licht regenen en stop ik even om te schuilen. Het beleid, ik heb me er niet in verdiept, van Staatsbosbeheer is dat het trekkersveld dicht is en je je alleen kan aanmelden via internet. Niet onlogisch om overbezetting in het toiletgebouw te voorkomen. Ik moet op zoek naar een andere slaapplek. 
Er is nog een ander natuurterrein als onderdeel van een gewone camping. De licht dicht tegen Ermelo aan. Ik meldt me en het meisje achter de balie kijkt me moeilijk aan. Het veld is vol en de laatste plaats is naar de fietser gegaan die net voor mij uit de receptie komt. We komen op het idee om de plek - die groot genoeg is - te delen. (de kosten mogen we niet delen) We zoeken het veld op en zetten al kletsend onze tent op. Hij is een ervaren al wat oudere toerfietser, maar heeft het nu moeilijk omdat hij niet handig is met internet en veel campings vragen om reservering. Hij wil via de randstad en de rivieren weer terug naar zijn woonplaats bij Zwolle. Hij heeft veel verhalen over tochten die hij vroeger heeft gedaan. Hij rijdt met een elektrische fiets, maar als ik hier over begin vertelt hij dat hij de aandrijving alleen in geval van nood gebruikt?!?! Bijzonder omdat de motor ook voor enige weerstand zorgt. 
Naast ons staat een gezin met een tweeling van bijna vier jaar oud. Jongens. Het is voor de ouders, met name de moeder een hele klus om de jongetjes in het gareel te houden. Er wordt heel van geschreeuwd en op de plaats gezet. Tegelijk zijn de jongetjes nieuwsgierig en stellen me de hele tijd vragen als: Wat doe je nou? Ik laat het allemaal gelaten over me heen komen en probeer me te concentreren op de tent en het klaar maken van mijn bed. Ik krijg wel wat weerstand als de buurman de barbecue aanzet. Gelukkig is het een gas-apparaat en gaat het om het bakken van wat vis en hamburgers dus ik wordt niet uitgerookt. 
Als ik naar het toiletgebouw loop zie ik een jonge vrouw haar tent op zetten. Ze heeft een splinternieuwe Santos met Rohloff-derailleur en aandrijfriem bij zich. Dat is aanleiding voor een praatje. Na de douche, biertje en avondeten ga ik met een glas thee aan de picknicktafel bij de tent zitten en wisselen we wat ervaringen uit. Aan tafel zit ook een man die met zijn zoon een wandeltocht maakt met bepakking. Zij besloot geen auto te kopen, maar na goede ervaringen met fietsen met haar ouders nu zelf ook fietsvakanties te gaan doen. De fietstocht van Utrecht naar hier is een proeftochtje om alle spullen uit te proberen. We praten door over fietscultuur, leefstijl, soort van vakantie. Hij begin over het boek de filosofie van de Heuvel van Ilja Pfeiffer en zo komen we van het een op het ander. Het is al flink donker als ik mijn tent op zoek. 

Dag vier Ermelo-Haarlem

Het is wat later als ik uit bed kom. Samen met mijn fietsbuurman eet ik mijn ontbijt. Hij heeft besloten zijn fietsrondje wat kleiner te maken dan het oorspronkelijke plan. De andere buren zijn weer zeer nadrukkelijk bezig met opvoeden met het geschreeuw dat daar bij nodig is. Ik ga rustig opbreken en als ik bijna klaar ben komt de jonge vrouw, ze stelt zich voor als René, gedag zeggen en samen rijden we de camping af richting putten. We kletsen nog wat over haar vakantieplannen en het rijden met een mobiel of een Garmin apparaat. In Putten groeten we elkaar en dan zoek ik het randmeer op en bij de Nijkerkerbrug volg ik lang stuk langs het water van zuidelijk flevoland. Liever was ik via Bunschoten Spakenburg gegaan (IJsselmeerroute) gegaan, maar de pont daar is op zondag gesloten (zondagsrust) waardoor ik een heel eind moet omrijden via Baarn. Het stuk via Almere Haven en de brug bij Almere is 25 km. Er zijn veel wielrenners op pad en in het randmeer varen veel boten of zijn jongeren aan het suppen. In Almere Haven drink in het zonnetje koffie en rij dan naar de brug bij Almere. Daarna volgde Muiderberg en Muiden en langs het Amsterdam Rijnkanaal. Dit keer pak ik de LF route 2o door Amsterdam. Dat wil zeggen door Oost, Amstel, Vondelpark en Rembrandpark en de fietsroute van Sloterdijk naar Haarlem.