zondag 27 mei 2012

2012 Fietsweekend Eifel Grevenbroich-Remagen


Weekend Eifel


Dag 1 Grevenbroich – Nettersheim
Afstand: 100,75 Gemidd: 17,5. Tijd:  5.45
We komen rond 11.40 uur aan in Grevenbroich en parkeren de auto bij het station. Natuurlijk is deze tijd te laat, maar dat wordt pas op de dag helder. Hans koopt wat koeken bij de bakker in het dorp en deze eten we al snel op vanuit het idee wat voeding opgeslagen te hebben voor een flink stuk fietsen. We volgen het grootste deel van de dag weggetjes langs de rivier de Erft. Bijzonder dat het lukt om deze grond vrij te houden. De hele dag zien we de mensen die de oever van het riviertje als park gebruiken om de hond uit te laten of hard te lopen o.i.d.   Ook merken we niet veel van industrie of bebouwing.
De stijging is zeer geleidelijk en we volgen de rivier tot aan de bron. We proberen de dag in drie blokken van 30 km te hakken. H. krijgt een lekke band die we gebroederlijk repareren. Op zo’n 80 km doorkruisen we Bad Munstereifel, een authentiek plaatsje met veel vakwerkhuizen en toeristen. Omdat de tijd dringt nemen we niet de rust om rond te kijken. Het echte klimmen gaat beginnen en het valt H. zwaar. Hij heeft niet zo veel gegeten in de pauze en de lichaamsenergievoorraad is op en dat in combinatie met niet zo veel condititie. Het laatste deel gaat langzaam vooruit en het wordt langzamerhand donker.

Uiteindelijk dalen we scherp naar beneden om in Nettersheim aan te komen. We hebben dan al een routebordje gemist dat midden door de velden gaat. We eten in de plaatselijke italiaan en bellen op naar de verhuurders dat we er zijn en zij zullen ons meenemen naar het appartement dat boven het dorp ligt. Een benedenwoning van een groot chalet, met een knots van een balcon. We douchen en ik probeer de krant te lezen, maar val echt snel in slaap en 's nachts moet ik veel drinken na die 100 km.








Dag2 Nettersheim – Gerolstein.
Afstand:49.57; Tijd: 2.43; Av: 18.2 ;Mx: 62 km 

We zitten midden in het Eifelpark wat toch een beetje een aangeharkte omgeving is. We lopen binnen bij een natuureducatiecentrum en nemen wat folders mee. Dan vervolgen we de weg langs het spoor naar het zuiden. Dan een  overstap over de snelweg heen en dan komen we bij een kruispunt waar ik al geweest ben bij een lange toertocht naar Grenoble. We bekijken een stukje oude römerweg. Daarna volgt een flinke afdaling. 62 km per uur. Vrij link zonder helm.






We klimmen weer uit dit dalletje en drinken koffie met taart bij een typisch oud-bollig restaurant met wel een weergaloos uitzicht.  Dan na een afdaling verder klimmen naar boven. Dit is goed te doen. Dan via kleine weggetje naar Kylltalroute bij Junckerrath. Via mooi aangelegde fietspaden naar Gerolstein. Dat als historische plaats erg tegenvalt. Maar de wc en het biertje bevallen erg. We nemen de trein terug. Lekker makkelijk maar prijzig.








We gaan terug naar het huisje en drinken een biertje en genieten in de zon op het terras. Dan wordt het kouder en donker en gaan een nieuw ander restaurant zoeken dat er niet is zodat we alsnog weer bij de italiaan van gisteravond belanden. Dan maar een ander recept





We kiezen allebei iets anders dan pizza. We drinken een karafje wijn dat voldoende is voor de hele avond en praten bij over het leven en de zorgen die er bij horen. De maaltijd is voldoende en er is geen ruimte meer voor een toe.
Inmiddels kunnen we het appartement zonder hulp bereiken. Het is wel een flinke klim, maar we worden ook steeds sterker en handiger.
We duiken voldaan het bed in, want we willen om 7 uur opstaan om het drama’s van de eerste dag te voorkomen. Vanuit het eindpunt Remagen hebben we nog zo’n 4,5 uur reizen te gaan.



Dag 3 Nettersheim – Remagen 
Gemidd  20.2; Afst:92.75; Tijd:.4.35  ; Gemidd.51.5

De wekker gaat om 7 uur. We pakken in en ontbijten. We hebben dan we geen keuken, maar zetten zelf een kopje thee met de gasbrander. Om 8.15 uur rijden we weg. Het is goed koud. Ik doe m'n softshell aan over mijn fietsshirt en dat is nodig ook. Ook de fietshandschoenen helpen tegen koude vingers. We kiezen de Erfttalroute en gokken dat dit de manier is om in Blankenheim te komen.
We rijden mooi langs een rivier tot een kerk en slaan dan af naar het zuiden. Dit is wel flink klimmen en dalen. Het is vroeg, maar er zijn toch wat mountain-bikers die we tegenkomen. Dan een scherpe afdaling en dan staan we in het centrum van dit toeristische plaatsje.







We willen onderweg nog wat brood kopen, maar hier is de bakker dicht. Ik maak wat foto’s en dan beginnen we aan de Ahrroute die vandaag onze leidsman is bij de afdaling. Zeker het eerste stuk is een juweeltje. Er is nauwelijks bebouwing en we kunnen regelmatig op het talud van het oude spoorlijntje rijden. Het is vroeg, fris en hebben veel afwisseling in de route en door de kronkeling van de rivier wisselt het uitzicht steeds. We merken goed dat we afdalen.












Het plaatsje Schuld valt op met mooie vakwerkhuizen en een kerkje dat mooi afsteekt tegen de klifwand van de rivier. We zien een bakker die broodjes en mocconakoffie heeft.
Een uurtje verder drinken we koffie in een zeer toeristisch plaatsje. Altenahr tegen een onverantwoord hoge prijs. We proberen te achterhalen hoe laat de trein uit Remagen vertrekt. Hans komt er niet uit en ik krijg geen wifi contact.






Dit stukje van het dal is veel toeristischer en veel mensen maken op deze zondag een wandeling of fietsen een stukje. We eten onze broodjes tegen de muur van een klooster met de wijnstruiken op de achtergrond. Dan het laatste stukje naar de Rijn. 
We maken een tussenstop in Keulen. Op het plein tussen het station en de Dom is een tapijt gemaakt van duizenden foto's. Het geeft een kleurig vrolijk effect. 








vrijdag 18 mei 2012

2012 Oeverlandroute Geldermalsen-Venlo

2012 

Verslag Fietsvakantie Geldermalsen, Breda, Eindhoven, Venlo.

Dag 1. Geldermalsen - Breda.
Km. 94,7
Tijd: 5,44 uur

We halen de trein van 9.03 uit Haarlem en op het station Amsterdam zijn zowel de lift als de roltrap defect. C.regelt iemand de helpt met tillen. Ik probeer zelf mijn fiets de trap op te tillen. In de trein naar Utrecht zetten we de fietsen in een fietsruimte van de trein. Er staan al fietsen van mensen die ook naar Geldermalsen gaan. We praten men en zij vertellen over hun tocht naar de grens met Roemenie langs de Limes. De man heeft een GPS en verteld dat ze vandaag zonder bagage de Lingeroute doen. C. is gelijk enthousiast voor deze electronica. Ik vind dat dit soort speeltjes te duur zijn in relatie tot het gebruik een paar keer per jaar.
Op het station Geldermalsen moeten we twee keer met de lift. We vinden snel het riviertje de Linge
en rijden naar het Westen. Ik heb van dit stukje route geen kaart en schat de afstand 20 km. Met de knooppunten zoeken we onze weg. Het blijkt veel meer kilometers te zijn, omdat de Linge kronkelt. We zitten met de tijd en met de vertrektijd van de pont in Gorichem. Stof voor problemen, maar niet onmiddelijk oplosbaar. De snelle route naar Gorkum is volgens de fietsrouteplanner ongeveer 27 km en de route langs de Linge m.b.v. knooppunten en de Lf 17 is 38 km. Ik had dit van te voren moeten uitzoeken, want als we Breda willen halen komen we op 95 km. We rijden over de appeldijk waar de appelbomen op dit moment in bloei staan.  We zien veel wandelaars. We rijden langs de Linge en het is een prachtig gezicht om deze rivier te zien in een uitbottende natuur. Echt een plaatje. Ook de dorpjes langs de rivier zijn mooi en hebben een lange geschiedenis achter zich. We komen langs Beesd, Rumpt, Asperen, Leerdam Oosterwijk waar we de rivier oversteken,  Kedichem en steken over naar de Waal. We moeten kiezen of we een uur wachten op de volgende pont of meteen de pont nemen en Gorkum later bekijken. We moeten nog 55 km en stappen op de pont waar een chagerijnige pontbaas ons commandeert waar we de fiets moeten neerzetten.
We kletsen wat met meisjes die in Woudrichem wonen en maken een mooi tochtje over de grote rivier die hier de Boven Merwede heet. Kanjers van boten, met op het achterdek 3 auto's  varen naast en voor ons.
Het dorpje Woudrichem is een mooi oud vestingstadje.
Geschiedenis

Woudrichem is ontstaan in de negende eeuw. Op een oeverwal, waar zich nu de Hoogstraat en de Molenstraat bevinden, ontstond een marktplaats. Rond het jaar 1000 verschenen, merendeels ten noorden van de Alm, een aantal nederzettingen die op Woudrichem waren gericht. De Maas stroomde aanvankelijk niet langs Woudrichem. De hoofdstroom van deze rivier stroomde eerst ongeveer door de bedding van de huidige Bergse Maas, later was de Alm de hoofdstroom, en nog later de huidige Afgedamde Maas, tot in 1904 de Bergse Maas werd gegraven.
Woudrichem lag strategisch aan de samenvloeiing van Maas en Waal in de invloedssfeer van zowel het Hertogdom Brabant, Gelre en het Graafschap Holland. In 1322 werd het Land van Altena bij het Graafschap Holland gevoegd om pas in 1815 bij de nieuw gevormde provincie Noord-Brabant te worden ingedeeld.
In de veertiende eeuw was de stad zo uitgegroeid, dat de Heer van Altena, Willem VII van Horne, in 1356 stadsrechten verleende aan Woudrichem. De graaf van Holland verplaatste in hetzelfde jaar de grafelijke riviertol van Niemandsvriend, gelegen in Sliedrecht, naar Woudrichem. Hierdoor en door andere voorrechten, zoals het visrecht uit 1362 – verleend door Dirk Loef van Horne, bouwer van Slot Loevestein - kwam de plaats tot bloei.
In deze tijd werd ook de Martinuskerk gebouwd . In 1386 begon men met de bouw van de stadsmuur. Het was in dit jaar dat de Graaf van Holland het Land van Altena naar zich toetrok. Onderhandelingen tussen Jan IV van Brabant en Jan VI van Beieren leidden tot de Zoen van Woudrichem (1419). Hierna begon de economie te tanen, toen in 1420 de tol naar Gorinchem werd overgebracht en in 1421 de Sint-Elisabethvloed huishield. De situatie verslechterde verder, mede door militaire activiteiten.
Door de strategische ligging werd Woudrichem regelmatig belegerd. Zo werd de stad in 1405 door de Arkelsen overvallen en door de Geldersen in 1511. In 1572 koos Woudrichem de zijde van Willem van Oranje. In 1573 vonden de Geuzen dat de stad onverdedigbaar was en staken deze in brand. Van 1583 - 1588 werd de stad met een vestinggordel omgeven, die echter een kleiner oppervlak omsloot dan de voormalige stadsmuur. De vesting werd ontworpen door Adriaen Antonisz. van Alkmaar. Met hulp van omliggende steden vond wederopbouw van het stadje plaats. Niettemin bleef de economische situatie slecht en in 1700 kreeg Woudrichem daarom vrijstelling van belastingen.
In 1814 werd Woudrichem opgenomen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In de omgeving van de stad mocht voortaan niet meer gebouwd worden en in 1815 werd in de dijk een sluis gebouwd waardoor het omliggende land zou kunnen worden geïnundeerd. Pas in 1926 werden de bepalingen versoepeld en eerst in 1955 werd de vesting opgeheven. Dit schiep de mogelijkheid om woonwijken buiten de vestingwallen aan te leggen. Vanaf 1971 is de historische stadskern gerestaureerd. Dit centrum is geklasseerd als beschermd stadsgezicht.


Voorbij Woudrichem rijden we een klein stukje langs een brede rivier de Afgedamde Maas. Een mooi uitzicht over een zeer brede stroom.  We eten, iets voorbij het kleine dorpje Uitwijk, langs het riviertje de Alm onze lunch op en rijden door Almkerk en Dussen naar het pontje over de Maas. De route gaat over mooie oude dijkjes langs kleine stroompjes en met mooie boerderijen.  Dit is het land van Altena.
De rivier die we oversteken is de Bergsche Maas. Deze is in 1904 gegraven om de waterafvoer via de Biesbosch te verbeteren. Tegelijkertijd werden de Maas en Waal van elkaar gescheiden. Het oude Maasje, dat voor 1904 het Maaswater afvoerde en die werd bovenstrooms afgedamd. Het idee van snelle waterafvoer wordt losgelaten.

Het is plat polderland. Vervolgens komen we in het brabantse land dat Langstraat heet. De route is verlegd door de aanleg van een nieuwe brug. We komen langs Waspik en Raamsdonk en rijden door de bossen van Teteringen waar we eigenlijk te veel kilometers rijden. C. ziet al bordje Breda 5 km staan en vind alles wat we meer tijden veel te veel. We rijden met de route over een brug over de A27 en treffen daar een vrouw met fiets en complete bepakking. Ze heet Lydia en is op weg naar Santiago de Compostella. Ze gaat ook naar de camping in Ulvenhout. Ik nodig haar uit om met ons een biertje te drinken op de markt in Breda, maar ze gaat liever alvast naar de camping. Wij rijden wel door naar de stad. Maar met ruim 85 km is het frisse er wel van af. We doen boodschappen bij de AH. en rijden door naar de stad. Het is inmiddels 18.30. We rijden een rondje rond de kathedraal en drinken snel in het zonnetje wat op het terras en zoeken de camping op door naar het zuiden te rijden via de knooppunten die op de kaart staan. We rijden langs een riviertje met aan beide zijden een mooi natuurgebied. Ik heb een kaartje van het dorpje Ulvenhout en vind de camping achter de molenstraat. De boerencamping is behoorlijk professioneel. We zetten onze tent achter een haag en eten aan een pickniktafel onze avondmaaltijd op met de Santiago fietster. Ze vertelt over haar motief en de voorbereidingen. Ze heeft al een keer proefgedraaid en ontdekt dat de keuze voor de camping belangrijk is. Ze kon lang vrij krijgen omdat ze veel uren had opgebouwd en op tijd het plan had voorgelegd. Ze is door de collega's uitgezwaaid en kreeg veel bemoedigende kadootjes mee. Ik
vertel over mijn ervaringen en C. is wel onder de indruk dat ze dit doet. Lydia wil bewijzen dat ze dit zelf kan en niet afhankelijk is van haar man. Deze man steunt haar volgens mij en zal haar ook ophalen in Spanje. En de dag na onze ontmoeting treffen ze elkaar nog even in een hotel. Om 22 u duiken we het bed in. Het was iets te veel kilometers, maar wel een mooie dag met mooi weer en een leuk gesprek aan een pickniktafel.

Dag 2. Breda-Eindhoven
Km: 84, 3; Tijd: 4,47 uur; Gemidd: 17,6
We slapen lang tot 8.30 u en onze medereizigster is al bijna klaar met inpakken. We nemen afscheid en pakken onze spullen in. We rijden terug naar het riviertje ten westen van Ulvenhout en vinden de nieuwe route die we de komende twee dagen gebruiken n.l. de Lf 13. We komen niet zo op gang en hebben last van moeie benen. We drinken koffie in de bossen van Chaam, maar helemaal prettig is het niet, omdat er al veel muggen een aanslag doen op onze bloedbanen.  We rijden over de Maatrichtse baan. Een weg die tussen 1600-1800 gebruikt werd als handelsroute tussen Breda en Maastricht. Vroeger liep deze verbinding over Turnhout, maar er waren veel tolheffingen waardoor de route naar het noorden werd verplaatst.  Onderweg is er een kapel gemaakt ter ere van Willibrord
die, zo wil het verhaal, een bron heeft gesticht. We doen boodschappen in Alphen. We zitten hier vlakbij Baarle Nassau waar stukjes Belgie ingepakt zitten in stukjes Nederland en andersom. We rijden door landgoed Gorp en Rovert. Mooi oud land waar nu een goede combinatie te zien is tussen ecologisch landschapbeheer en goed economisch renderen.  Het landschap is afwisselend met bossen en weilanden.
Landgoed Gorp en Roovert is een uitgestrekt landgoed (1200 ha) met oude loof-, naald- en gemengde bossen, cultuurgronden, heide, vennen en over een lengte van 5 kilometer een nog volop meanderende Rovertse Leij met enkele afgesneden oude meanders. Het landgoed is in het bezit van de familie Van Puijenbroek en toegankelijk gemaakt voor het publiek.
Het landgoed Gorp en Roovert bevindt zich in het grensgebied tussen Goirle, Hilvarenbeek en Poppel en vormt in meer dan één opzicht een merkwaardige streek. Een grenspaal uit 1843 voor de brug is getooid met de Nederlandse Leeuw aan de ene, en de Belgische Leeuw aan de andere kant. Het bruggetje loopt over de van België komende Leij, een beek die hier nog in natuurlijke staat verkeert.
Het gebied bestaat uit oude loof-, naald- en gemengde bossen, heide en enkele vennen, waarvan Haneven, Biesbosch, Papschot en Bankven de belangrijkste zijn. Het Papschot wordt omringd door een vochtig heidegebied met klokjesgentiaan en witte snavelbies. Wulp en wintertaling broeden hier, terwijl groenpootruiter, zwarte ruiter, tureluur en oeverloper hier eveneens verblijven.
De bossen langs de Rovertse Leij zijn het meest interessant. Hier zijn vele broedvogels, zoals bosuil, zwarte specht en andere spechtensoorten, boomklever, goudvink, vuurgoudhaantje, kruisbek, wielewaal en fluiter.
Naast bos en natuurgebied bezit het landgoed ook landbouwgronden.
We rijden onder Tilburg langs en rijden Hilvarenbeek binnen. Een mooi oud brinkdorp lijkt het. We
lunchen op het plein. Een fietsclub verzamelt zich. Het zijn ouderen die allemaal een elektrische fiets hebben. We kunnen de routeaanduiding niet vinden en moeten een doorsteek maken. Het begint te spetteren en later regenen. Vanuit Diessen rijden we richting Oirschot langs het wilhelminakanaal. Dit kanaal loopt van Geertuidenberg (Amer) naar de Zuid Willemsvaart. (Kanaal Maastricht-Den Bosch)
 De Tilburgse textielindustrie, inmiddels gemechaniseerd met behulp van stoom, zocht mogelijkheden voor kolenaanvoer en afvoer van de producten. De toenmalige wegen leenden zich slecht voor aan- en afvoer van respectievelijk kolen en textiel, en de Tilburgse industriële lobby ging onverkort door.
Begin 20e eeuw werden de plannen uiteindelijk concreet en op 16 september 1916 meerde het eerste schip in Tilburg aan; het duurde echter tot 1923 voordat het kanaal voltooid werd. Op 4 april van dat jaar werd het officieel geopend. Het kanaal leek op dat moment zijn functie al te verliezen vanwege de komst van het (vracht-)autoverkeer. Eerst in de jaren vijftig bewees het kanaal zijn nut, vooral voor aan- en doorvoer van zand, grint en kolen. Tegenwoordig is het belang van kanaal groot, vanwege de groei van het binnenvaartverkeer.
We rijden door Oirschot en daarna tot boven Eindhoven en pakken daar de LF 7 om zo de stad in te rijden. Daar bezoeken we de werkplaats van PietHein Eek in een oude Phillipsindustriehal. 
We bezoeken de winkel en drinken koffie in het cafee. Dan rijden we de stad in en doen booschappen. Vervolgens zoeken we de camping op vlakbij het dorpje Mierlo. Op de camping is de receptie dicht en krijgen we via de intercom een plekje op het terrein en zetten de tent op. Het weer is instabiel en het regent af en toe. De buren bieden aan dat ik i n hun voortent kook zodat ik niet nat wordt. Ik klets met de mensen en een jongetje over het houden van fietsvakanties en kamperen. Op zich had ik best in de eigen tent kunnen koken, maar het aanbod was zo vriendelijk dat weigeren niet gepast zou zijn.
We eten de couscous met een madrasprutje. Na het eten ga ik douchen en lekker loom ga ik in bed liggen en probeer wat te lezen. Maar ik val al snel in slaap.

Dag 3. Eindhoven - Venlo.
Km: 66,8; Tijd: 3,53; Gemidd: 17,2
Omdat we zo vroeg zijn gaan slapen zijn we ook vroeg wakker. We staan om 8.55 bij de receptie. Er zit wel een meisje maar ze doet pas om 9 uur de deur open. We willen afrekenen en ontdekken dat fietskamperen en moderne systeemcampings niet bij elkaar passen. We moeten inclusief belastingen 30 euro betalen voor een nacht slapen en weigeren en vragen om een gesprek met de manager. Hij vindt dat we ons hadden moeten orienteren op de prijzen en dit hadden moeten navragen bij de medewerker van de intercom.  Wij zeggen dat prijzen niet op de receptie stonden en dat meestal campings een trekkersveldje en dito prijs hebben. We weigeren te betalen en hij zegt de politie te bellen. Wij zeggen dat hij dat maar moet doen. Het komt er neer dat we toch betalen en klacht zullen indienen bij Roompotvakanties. Geen lekker begin van de dag. Carla is de hele ochtend chagerijnig. Ik kan het iets sneller loslaten. We hadden 15 euro redelijk gevonden. Dus we hebben 15 euro te veel betaald en zijn een ervaring rijker.

Vooral de onwrikbaarheid en ongastvrijheid van de manager blijven hangen.
De rest van de dag is het wat kouder als de andere dagen. De route is niet altijd logisch en we krijgen het idee dat de café's invloed hebben op de loop van de route. We kopen een puddingbroodje in Asten en zoeken een plekje voor een koffiepauze. Een paar jongens vissen in een beek naar voorntjes. We rijden door Maasbree en lunchen bij Dubbroek bij een klein vijvertje. Volgens het routeboekje heeft hier een oude maasarm gelegen. Gelukkig uit de wind zodat de temperatuur te doen is. Onderweg zien we veel mensen bezig met het oogsten van asperges. Daarna langs Blerick waar we een mooi kronkelwegje vinden door een tuindersgebied. 
Het gebied is hier wat glooiend en daarom bijzonder. Dan botsen we op de Maas en rijden nog 5 kilometer aan de westkant van de rivier om bij het station uit te komen. Dit stukje heb ik eerder gereden met H. n.l. de LF 3. We rijden door naar het station en nemen geen tijd om de stad te bekijken. We zijn voldaan en willen op tijd thuis zijn en  rijden om 15.19 met de trein mee. Om 17,55 zijn we in Haarlem. In de trein ontmoeten we andere fietsers die vertellen dat we helemaal niet in de spits in de trein mogen met de fietsen. De spits is tussen 16.30 en 18 u. Dit is nieuw voor ons.