donderdag 26 mei 2016

Salzburg-Venetie


Salzburg - Venetië (via Bled) 




Donderdag Vertrek Amsterdam
We zijn op tijd in Amsterdam, maar dat is C. die wil niet haasten. We vertrekken om 20.31 uur. En kunnen even op het rijtuigenbord zien waar nr. 185 (fietsen) en de couchettes zijn ( 187) De trein is er om 20.15 en dat levert veel onrust op. Het is lastig om de fietsen in de houders te hangen en we moeten alle bagage overbrengen naar onze slaapplek. Ik was al weer vergeten hoe nauw zo'n 6 persoons slaapplek is. Omdat de middenplanken al omlaaggeklapt zijn, is er geen goede plek om de zitten. Onze medepassagiers twee oudere mannen en een jonge vrouw komen ook niet in beweging. De vrouw is duideljjk. Ze wil slapen en zij heeft de benedenbank.
De treinbegeleidster komt langs en wil onze tickets zien. Ik vraag haar of we de ruimte naast die van ons mogen gebruiken. Dat is goed de passagiers stappen pas in Keulen in, als we alles maar in opgemaakte toestand terug zetten. Zo hebben we tot 22 u een zitplek. C. en ik lezen wat en onze medepassagiers komt bij ons zitten. Hij is arbeider in Ulm (bij München) en komt terug van een korte vakantie in Nederland. Hij vertelt over het bezoek aan het sexmuseum, een boottocht door de Amsterdamse grachten met wijn en kaas en hij heeft voor het eerst de zee gezien in Zandvoort. Een mooi gesprek. We gaan samen naar onze slaapplek en klimmen in bed wat nog niet makkelijk omdat ik bovenin slaap. Ik heb vergeten de treinreiswinkel instructies te geven. Ik ben moe en val redelijk snel in slaap, maar het bed is krap en hard en de hele nacht is een optelsom van hazeslaapjes. Om 01.00 uur. Worden we wakker gemaakt door de politie die onze paspoorten wil zien. Raar moment.
De treinbegeleidster heeft ons op het hart gedrukt de deur op het kettingslot te doen omdat er dieven door de trein lopen. Geen lekker idee.















Vrijdag Aankomst Salzburg
Op de treinplanner stond dat deze trein last had van omleidingen wat een vertraging van een uur zou geven. Feit is dat de trein een klein kwartier te laat is op hauptbahnhof München. We hebben de tassen weer teruggebracht naar het fietsendeel en kunnen zo het perron oprijden en hebben nog 45 min voor de volgende trein vertrekt. Ik haal een kop koffie bij Starbucks en we eten samen wat yochurt en een broodje. De volgende trein is een sprinter die ons in twee uur naar Salzburg brengt. Daar zijn we om 9.41 u.
In ongeveer 14 uur dus zitten we midden tussen de bergen in Oostenrijk. Mooi, maar geestelijk zijn we er nog niet. We rijden de stad in en zoeken een tourist information. Maar voor dat we die gevonden hebben drinken we koffie op een terrasje bij een conditorei. Tenminste.
Voor we gaan zitten spreekt een man me aan en zegt dat hij een fietstocht naar Palermo wil maken en hij wil weten of het slim is om alles in een rugzak te doen of tassen net als wij te nemen. En meteen er achter aan biedt hij ons een kop koffie aan. Koffie willen we, maar wat is hier aan de hand. Ik pak mijn stuurtas goed vast.

Ik vraag wat hij precies wil, wat de plannen zijn. En zo praten we verder. In de tijd dat we een kop koffie op hebben heeft hij twee proseco en 7 sigaretten verwerkt. En als we afscheid nemen hebben we ook nog een Mozartbal van hem gekregen. Ook praten over zijn inschattingen naar aanleiding van de presidentsverkiezingen.  Hij vertelt dat hij niet meer werkt, een klein pensioen heeft, maar het leven voelt aan als leeg en zonder zin. Ik vertel over mijn situatie en werk. Als we afscheid nemen krijgt C. Een zoen en later komt hij nog een keer gedag zeggen.  C. en ik zijn allebei wat verdrietig geworden van het gesprek, het verlangen dat er onder zit en het onvermogen om er bij te komen.Wat een verdriet in de wereld.
Bij het TI krijgen we genoeg info. Er is vrij wifi en we kiezen een camping met zwembad in het noorden van de stad en rijden er naar toe over de vrije fietsroutes die in de stad zijn aangelegd. De receptie is dicht en willen zelf een veldje kiezen, maar een werknemer wil dat we op het trekkersveld gaan staan. Wel inclusief picknickbank.

We lummelen wat, eten onze lunch en zijn toch wel moe na zo'n reis. Het ook warm en C.  informeert naar het zwembad. We lezen, slapen en zwemmen. Het moet er even uit voor dat we actief gaan worden overmorgen. Eerst nog een dagje Salzburg,  de stad van Mozart. Bij het koken en avondeten bij de picknickbank raken we aan de praat met twee jonge Poolse vrouwen die een week in de bergen hebben gelopen. Ze zijn ervaren, hebben en dik klimtouw bij zich en waren van plan om een gletsjerveld over te steken, maar omdat het regende en sneeuwde besloten ze terug te keren naar de hut die ze maar met moeite konden vinden. Nadat ze veel kampen met de bergsportvereniging hadden gedaan en in Zuid Amerika op 6000 m hadden gelopen gaan ze nu op eigen houtje en verantwoordelijkheid. Er is altijd baas boven baas en ik bewonder de dames. Om die hoogtes en durf.

Zaterdag Salzburg 
Deze dag is een soort extraatje.  We moeten niks behalve levensmiddelen inslaan voor de zondag. Ook wil ik op zoek naar gas om te koken. Na het ontbijt klets ik nog even met een van onze buren over de situatie in Polen en de behoefte aan veiligheid en gezag. De jongeren maken andere keuzes zoals zijzelf die in Wenen woont en verantwoordelijk is voor de logistiek van een bedrijf in Polen. Maar eerst koffie zetten en boek lezen. Hans Fallada beschrijft zijn leven in Duitsland tussen 1933 en 1944. Hij zit in een gevangenis/ psychiatrische  inrichting. Hij heeft bonje gehad met zijn vrouw en er is geschoten met een revolver. De rechter veroordeelt hem tot deze maatregel. Het is een intrigerend boek omdat Fallada er niet toe kan besluiten om in exil te gaan, omdat hij teveel liefde voor zijn land heeft en probeert te sjoemelen met de nazi's. Dit wordt hem ook verweten door mensen als Thomas Mann. Mooi is hoe je een kijkje in de keuken krijgt van deze schrijver die niet kan kiezen. Op zich toch een mooi boekje. Fallada rijdt met ons mee door de bergen.


We zetten de fietsen vast voor de VVV en slenteren door de straatjes. We verbazen over de uithangborden die alle winkels hebben. Ook lopen we twee winkels binnen met traditionele kledij. C. Vindt in een Jack Wolfskin winkel een pet met zijkleppen  en ik koop in een andere sportwinkel wat gas. Daarna een picknick in de Mirabell garten, waar we ons verbazen over een groep Chinese  toeristen met knotsen van  camera's die alles wat er te zien vastleggen. Ook een grootvader met een kleinkind die daar toevallig staan. Het is een warme dag maar zo onder de bomen is het heerlijk. Daarna de boodschappen. Op de camping ga ik nog even zwemmen en douchen om daarna te koken. Het weer is wat onbestemd.

Zondag: Salzburg- Ramseide 80 km
Het gaat beginnen. We rijden onze al bekende weg langs de rivier naar het centrum. Er is een korte tunnel in de bergwand gemaakt zodat de twee stadsdelen met elkaar zijn verbonden. Via een mooi fietspad langs een beek rijden we de stad uit. Hier al behoorlijke toppen om ons heen. We volgen voor het overwegende deel de Tauernradweg en dan specifieker het deel langs de Saarlach. Plaatsen onderweg zijn Hinterreit, Unken,  Bad Reichenhall. Bij de koffie worden we betrokken bij een processie. Een groep van 80 mensen, kinderen, ouders, jongeren in klederdracht stoppen onder leiding van een priester en een pastoraal werkster bij het kapelletje waar we toevallig zitten. We ruimen onze spullen snel op en gaan staan en zien en horen zo een stukje liturgie.

In het weiland staan 5 jonge mannen die om de beurt een soort geweer afschieten. Ik vraag na afloop wat hier de symboliek van is. De jongen zegt dat zij de overheid vertegenwoordigen die eerbied wil geven aan het geloof van de gemeenschap. ???  Dan rijden we via via naar Lofer, waar we een stukje van een kayakwedstrijd zien. Dit is al een soort van wintersportplaats, met sportwinkels, appartementen en veel cafeetjes.
We dachten in Weisbach te kamperen, maar de camping ligt aan de andere kant van de rivier en de brug 2 km terug. Daarom besluiten we door te rijden naar de camping achter Saalfelden. Een vader  en zijn zoon, die we ontmoeten bij een waterpunt brengen ons naar de camping. Het jongetje heet Rafael en hij vertelt enthousiast over dat er een keer 4 meter sneeuw lag in het dorp, over zijn ski-ongeluk en dat er - in zijn Duits- Oostenrijks dialect, zo begrijp ik zo goed en zo kwaad als mogelijk, veel aan hem 'kapot' was. We melden ons aan bij de eigenaar die wat zit te drinken met mensen op het terras van een 'Gasthaus' en zoeken een plek uit de wind en maken ons avondeten. Als de wind gaat liggen en de zon achter de bergen zakt beseffen we wat een fantastisch uitzicht we hier hebben over de toppen. In de verte ook een top van 3000 m met een gletsjer. Als C. op zoek gaat naar de Wifi-kode vertelt de eigenaar, die me eerder te woord heeft gestaan, dat zijn vrouw twee dagen daar voor is overleden. Opnieuw ervaren we dat tegelijk met ons plezier er een onbeschrijflijk verdriet in deze wereld is.

Maandag Ramseide - Badgastein in 67 km.
Vanaf de camping rijden we een mooi breed dal in. Soms even fel klimmen met een helling van 10%. Dan bereiken met het meer van Zell am see en rijden er om heen.

Mede omdat C. naar het toilet moet, drinken we koffie met taart u in het toeristische centrum. Dat toerisme dateert van het begin van de 20e eeuw. Ik maak wat foto's voor een oude man die ik bezoek in Rotterdam en die hier als 14 jarige jongen in 1944-45 heeft gewerkt en gewoond met zijn familie. Dan buigt de route naar het oosten en fietsen we verder in het dal van de Salzach. Hier zitten flinke klimmetjes van 8-10% in de route. We worden ingehaald door een groepje van vier fietsers uit Limburg, twee mannen en twee vrouwen die eveneens op weg zijn naar Venetië. Om 12 u begint het te regenen. We lunchen iets voorbij Taxenbach onder de brug van een snelweg in de hoop dat het een korte bui is. Maar het blijft miezeren en we doen toch maar de regenpakken aan en komen dan bij het dorpje  Lend aan de voet van de Gigerachtunnel.
De enige manier om boven te komen is hier een heftige klim van een kleine kilometer met stukken van 15%. Boven aan de klim komen we bij een bergtunnel die naar het volgende dal leidt. In de de tunnel fietsen is behoorlijk vervelend vanwege het lawaai. Een Nederlands stel, schuilend onder een overkapping, dat we eerder zagen, toen we bij de klim in de regen naar boven reden, rijdt ons in de tunnel voorbij. Nederlandse fietsers hebben altijd haast.
Dan opnieuw naar het zuiden door oude toeristische dorpjes als Dorfgastein en Bad Hofgastein. Het dal hier wordt omgeven door bergen van 2000-2500 m, zoals de Kreuzkogel en de Laderdinger Gamskarspitz. Vlak voor de superklim die we morgen gaan doen vinden we een camping met een Nederlandse eigenaresse. Mooi veldje en zeer lux sanitair. Het is even zonnig en we kunnen de onderkant van de tent en de tentluier goed droog krijgen voor het opzetten. We doen een wasje en gebruiken de droogruimte waar het warm is. Omdat het weer dreigt te gaan regenen eten we in de leefkamer en brengen er de avond door. Fallada bijna uit. Om 21.30 u naar bed.

Dinsdag Badgastein- Spittal An der Drau. 52 km.
We zijn vroeg op en ontbijten weer in de leefruimte. Voor de derde keer pak ik de tent nat in. Wat zou het verschil in gewicht zijn tussen een droge en natte tent? Ik denk wel iets van 1,5 kg. Al snel na het vertrek van de camping begint de klim. Deze is 1,7 km en tussen 10 en 15%. In stapjes fiets ik in mijn kleinste verzet naar boven. Het tweede deel is minder steil en komt langs kolossale hotels die hier hoog boven op de rotsen zijn gebouwd. Het is een nauw dal met een halfronde kom, waar een rivier kolkend naar beneden stroomt. Dit heet een gletscherdrempel.
Dit deel van het dal was de vakantieplek van de Beau monde aan het begin van de vorige eeuw. Nu zien we weinig mensen op straat, maar het ook nog vroeg. Ik stuur een pakketje naar huis met daarin mijn kapotte stoeltje.


Dan rijden we het dal verder in omhoog en komen we aan bij het station met de autotrein die door de tunnel gaat. Gelijk met ons komen er 7 Tsjechische mannen aan die ook met de fiets naar het volgende dal willen. 
We moeten even wachten en zetten onze fietsen in de stalling en gaan zelf zitten in de passagierscabine. We hebben 12 min. (Duur van de treinreis) om even te kletsen met de Tsjechen. Ze zijn zeer geinteresseerd in ons routeboek en maken foto's van de pagina die het traject naar Bled laat zien. Dat is nl. hun bestemming. (180 km)  De Tauerntunnel gaat onder de Gamskarklspitz van 2833 m door. 
Als we uit de trein stappen in Mallnitz kijken we verbaasd om ons heen. We zitten hier op 1100 m en ik ben nooit zo hoog geweest met bagage. Dit is het 'Nationalpark Hohe Tauern' met een Alpine begroeiing in de bermen. Je ademt hier echt berglucht in. Het is jammer dat het een beetje spettert en er geen goede rustplek is voor koffie, want wanneer zit je zo in de hoge alpen. We dalen daarom 8 km af met een percentage van 8%. C. wil dat ik voorzichtig ben, maar de weg is breed en de fiets stabiel dus ik durf tot 53 km te gaan. Door het ritje met de trein zijn we in de provincie Karinthië aangekomen en rijden we door het dal van de Drau. Het klaart wat op en bij een bankje maken we koffie en probeer ik mijn tent wat te drogen, maar na 15 minuten begint het toch weer te spetteren. We rijden vandaag steeds langs de rivier en lunchen bij een grote bank en raken in gesprek met een Zwitserse jongen die behoefte heeft aan een praatje. Hij pakt hier de weggetjes en  zadels van wel 1500 m. Met bagage. Mannen in groepen is een samenballing van adrenaline, maar mannen alleen is een ook een apart soort. Zo komen we later op de camping ook een man uit Aken tegen die al veel kilometers in Italië heeft gereden op water en brood. Hij kookt namelijk geen maaltijden, maar eet elke dag drie keer brood. Ook opmerkelijk: hij staat elke dag om 5.30 uur op en rijdt dan 120-140 km per dag.



Wij stoppen in Spittal. Een pelgrimplaats voor mensen in de middeleeuwen die de Alpen overstaken. In het stadje was een ziekenhuis zijn vandaar het woord Spittal. Het dal is geleidelijker, dan de eerste dagen. De camping is simpel, maar heeft een open zitruimte, waar we koken en wat fietsreparaties doen. Het regent deze nacht behoorlijk. 

Woensdag 1 juni Spittal An der Drau - Arnoldstein 62,3 km
Het boek van Fallada houdt me bezig en ik ben te vroeg wakker. Het beklemmende van het Nazisme en de onveiligheid die dat tot gevolg heeft herken ik van de cultuur bij mijn oude werkgever. Een situatie van een groep binnen een groep die eigen rechten heeft, oordeelt, de maat neemt, zonder dat precies helder is wat de maat of visie is. 
Dit wordt een gemakkelijke dag met een grappig einde. We zijn gisteren wat later gaan slapen en worden ook wat later wakker. Onze collegafietser uit Aken is al lang weg. Wij zijn de luie fietsers.
De andere Nederlanders met hun caravans en campers, slapen nog en wij drentelen heen en weer tussen de overdekte fietsersruimte en onze tent die we proberen droog mee te nemen. Het is bewolkt maar soms piept de zon er tussendoor. Helemaal droog is de tent niet niet als we om 8.20 u wegfietsen, maar het als beter als de dagen hier voor. De route is bijna vlak en loopt ofwel langs de rivier dan wel langs de snelweg. Veel Grint. Eigenlijk een beetje saai. De treinbaan, de heuvels en soms een dorpje vullen de rest van het dal. Fietsers worden gelokt met pauzeplekjes en schoon water.

Maar dan.......Op een gegeven man staat een gekleurde man met een machinegeweer op ons pad. Er flitst van alles door me heen. Er is een aanslag geweest, er is bewaking voor een conferentie, wat heb ik gemist, hij gaat schieten, het is een oefening? ............

Het laatste is het geval. Op zo'n zeven plekken langs de rivier zijn groepjes soldaten bezig met bruggen, bewaking, elektriciteit enz. Het is wel heel echt wat ze aan het doen zijn met gegraven schuttersputjes, camouflage tenten en trucks. We passeren de mannen die op het pad staan netjes en groeten, maar steeds  komt dat onveilige gevoel terug en wil ik doorfietsen.

Fallada heeft het niet over dit soort wapentuig, zijn oorlog is die van de domheid en het machtsmisbruik van de lokale nazi-burgemeester en zijn vrienden. Via het pad langs de rivier rijden we de de stad Villach binnen. Hier pauzeren we voor koffie en iets er bij. We werken onze mail bij en whatsappen met de kinderen en vrienden. Dan verder naar Arnoldstein, waar we ontdekken dat een camping die wel staat aangegeven in het fietsboekje, niet meer bestaat. Als we informeren bij wat mensen in een parkje vertellen ze dat dit al 6-7 jaar zo is. Als we vragen naar anderen mogelijkheden dan wordt duidelijk dat andere campings ver weg zijn. Wel is er een camping met veel Nederlanders maar dan moeten we nog een flinke afstand en behoorlijk klimmen.

Dus wordt het een pension, waardoor we veel tijd over hebben en de was kunnen doen. Om 19 gaan we uit eten en gaan om 22 u slapen. Morgen 80 km met drie landen op het programma. 

Arnoldstein - Bled. 64 km
Het mooie van fietsen is dat je het landschap echt voelt. Je kunt voelen wat dat is Nederland of ' Ardennen'. Jelle Brandt Cortius in As in Tas. 

We zitten om 7.15 u aan het ontbijt. Twee motorrijders zijn ons voor. De kamer waar we in zitten is een 'stube' met veel hout, dorpsfoto's en een spaarbord met vakjes van de locale raffaisenbank. De beheerster is overmatig gedienstig dat ik er een beetje kriegelig van wordt. Het ontbijt is overdadig met alle mogelijke keuzen. Zeer verleidelijk, maar ik probeer juist wat gewicht kwijt te raken. We pakken onze droge tent weer in, groeten de motorrijders en gaan op weg naar de Italiaanse grens. Er is geen fietspad of parallelle route, dus we gaan over de hoofdweg die gelukkig niet druk is en passeren de Italiaanse grens die er een beetje vervallen uit ziet. Pas op de terugweg over 15 dagen zullen we ontdekken dat hier de Alpe Adria radweg al begint. Zie de foto boven aan deze blog. De track die ik gebruik en ook het route boekje geven dit niet goed aan. Ook op het terrein van de douane is het niet erg goed aangegeven.

Na 8 km staan we voor een autotunnel van 500 m. Geen lekker idee om van achter door een voortrazende auto geraakt te worden. Ik trek een veiligheidshesje aan, maar we kunnen ook op een soort rand rijden naast de weg rijden. Veilig bereiken we het einde en het wordt tijd om de broekspijpen af te ritsen want het begint warm te worden. Dan duiken we over een breed fietspad een laagte in die in het verleden is gebruikt door het treinstation van Traviso.De perronoverkapping staat nog tussen het onkruid. We komen nu op een belangrijke splitsing. Rechtdoor, naar het zuiden gaat naar Venetië, linksaf gaat naar Bled en Triëst. We kiezen het laatste en komen nu op een fietssnelweg van zo'n 30 km. Met geld van de Europese gemeenschap is ook hier een oud treinspoor omgebouwd tot fietspad. Geen scherpe hellingen, maar een mooi tracee met maximaal zo'n 3-4 % helling. Ongemerkt rijden we Slovenië binnen. Na 15 km rijden we een tijdje met een wat oudere Nederlander op die in Venetië is gestart en in twee maanden via via Oostenrijk en Duitsland naar Nederland gaat. Hij heeft al veel routes in Europa gereden, zo maak ik op uit zijn verhaal. Al fietsend geeft hij een paar tips voor als we in Venetië zijn, de camping, fietsen parkeren en vervoer naar de stad. Reizigers helpen reizigers. 
Dan passeren we Kransja Gora, een wintersportplaats bij het Triglav massief. De berg Triglav van 2864 m, die we niet kunnen zien, is het nationale symbool van Slovenië.
In het stadje zien we terrassen, sportwinkels en er is een Mercur, waar ik op zoek ga naar karnemelk. Maar zie je maar eens te redden in een winkel waar mensen nauwelijks buiten de grens praten. Uiteindelijk weet de winkeljongen wat ik zoek en kan ik afrekenen. Met pin, waarbij het pasje in een apparaat wordt gestoken die ik dan in handen krijg om te kunnen pinnen.  
We rijden het stadje uit en het regent een beetje. Ik wil schuilen, maar C. Is dit keer leidinggevend. Ze wil doorrijden uit de bui vandaan. We dalen licht en rijden zo'n 14 km ruim 20 km per uur. En langzamerhand stopt de miezer en begint de zon te schijnen. In Mojstrana lunchen we bij een snelstromende rivier waar een bankje staat. 


Dit is het mooiste traject tot nu toe. Bossen, bergen, prachtige bloemen in de bermen, bergweitjes en uitzicht op de toppen. Dit landschap, deze natuur overtreft dat wat we gezien hebben. En dat wij er door heen mogen, kunnen rijden? Dat is de landschapservaring waar Brandt Cortius het over heeft.
En het is nog niet afgelopen. Na de lunch gaan we klimmen. We rijden het natuurpark Triglavski Narodni park in. Zo'n 4-5 km met tussen 5-10%. We doen het in stapjes en C.houdt zich kranig en verlegt haar grenzen deze vakantie behoorlijk. Boven op de top genieten we van het bergweitje en schrikken als we zien dat dit ook het woongebied van beren is.




De afdaling gaat over een onverhard pad en langs het riviertje de Radovna. Zeker een uur rijden we voorzichtig door een heel stil gebied. We komen alleen wat auto's tegen. Tenslotte dalen we af naar het meer van Bled dat ik ken van foto's, met het kerkje op het eiland, maar nooit ben geweest. Dan camping, tent, douche, koken. Rommelen dus om niets.

Vrijdag Rustdag Bled
Niets hoeft vandaag, maar we zijn vroeg wakker en vallen toch weer even in slaap. Om 7.30 u dowload ik de krant en lees over Kiki Bergen en haar halve finale tegen Serina Williams, het voorstel om een vrouwelijke hoofdpiet te kiezen en de wateroverlast in Europa. Tussen C en mij speelt een discussie over wat vakantie vieren is. De vele kampeerders op de camping met hun mobil homes en caravan's, die op hun stoelen luieren en onderzoeken wie er allemaal op het pad lopen lijken de beste papieren te hebben. Veel gemak en vrijheid en een beetje avontuur.
Voor C is al dat fietsen en geklim, tent op zetten enz. het andere uiterste. Wel deelt ze de visie van prof. Scherder dat 'zitten het nieuwe roken is', maar de kilometers zijn niet het hoogste doel. Ze wil rommelen, dat wil zeggen een beetje fietsen, stadjes bekijken, koffie drinken met iets erbij. Voor mij is het zelf bewegen door het landschap en komen op plekjes waar anderen niet zomaar komen aantrekkelijk. Ook voor mij is vrijheid belangrijk en niet overmatig veel avontuur. 







Rond 13 u rijden we naar Bled. Onderweg er naar toe informeren we naar de treintijden voor ons volgende traject. We moeten een berg door of anders heel erg om rijden. Dan door naar het stadje met sluip door weggetjes wat Italiaanse toestanden oplevert. Bled heeft geen oud centrum. In een soort winkelcentrum zitten een paar kleine winkeltjes, maar vooral barretjes en restaurants. We kijken wat in de sportwinkels, maar het stelt allemaal niet veel voor. Daarvoor hoef je niet naar Bled. Wel scoren we een soort crème tompouce, de specialiteit van de stad om bij de thee op te eten. C. rijdt zelf naar ons kampeerplekje, terwijl ik nog even langs ga bij het kasteel om wat foto's te maken van het meer, het stadje en de bergen. Jammer genoeg staan er bomen die het uitzicht op de Triglav verhinderen. 
Terug op de camping raken we in gesprek met twee Amerikanen M/V op de fiets. Ze zijn gestart in Rome en willen via de Donau naar Brussel rijden. We vertellen over ons traject en de fietsers die we tegen kwamen en die 150 km per dag doen. Hun reactie: 'heb je dan ook nog iets gezien?  Wij doen 30 km per dag omdat er voor ons als Amerikanen zoveel cultureels te ontdekken valt onderweg'. 
De avond valt en m warm te worden brengen we ons afval nog even naar het begin van de camping. Daar staan, iets boven ons, een soort trekkershutten. Een vrouw in badjas controleert de temperatuur van het water in de jacuzzi die naast haar hut staat. Aantrekkelijk, maar op dit moment van de dag?
Bij het meer hangt een sprookjesachtige sfeer. Het kerkje op het eiland, de burcht die vanaf hier op een Efteling kasteel lijkt en de lichten van de huizen van Bled die in het water weerspiegelen. 
Tevreden duiken we het bed in. Zie de foto boven aan deze blog. 

Zaterdag Bled - Kanal. 35 km


We zijn vroeg wakker. Dat is nodig omdat we om 8.37 u de trein moeten hebben en er een behoorlijke klim gemaakt moet worden. Maar we zijn te voorzichtig. Ruim op tijd ben ik bij het station, het loket is nog niet open. C. is even later ook gearriveerd en we bestellen een cappuccino bij het cafeetje. Als we kaartjes hebben, zien we meer fietsers op het perron. Een groep van vier Italianen. Zij zetten ons op de foto, wij hen. Er hangt een uitgelaten vrolijke sfeer. Dan arriveert de trein en het kost even voordat 8 fietsen zijn ingeladen. De instap is extreem hoog. (1.70 m) Mijn fiets kan niet meer in het fietsenhok en ik sta er mee in de hal. Zo ontstaat een gesprek met twee van de Italianen. Over  Amsterdam, dat een van hen peetoom is van een kind van vrienden in Bergen op Zoom, de hoogste heuvel van Nederland. Enz. Enz. Leuk, maar dit alles maakt dat ik niet naar buiten kan kijken op deze toch wel een van de mooiste treinritjes van Europa. Dan duiken we de tunnel in en 10 min later zijn we er weer uit. We zijn in Podbrdo en we worden door de Italianen uit de trein geholpen. We bedanken hen hartelijk. Dan komt de autotrein aangereden. Ik zie dat een man uit zijn auto is geklommen en recht op staat in de platte wagon om foto's te nemen. Ik denk: dit zou in Nederland niet mogelijk zijn.





We zitten in een Karstgebied. De rivier heeft een diepe kloof uit de berg gesleten. Dit levert prachtige plaatjes op. Onwerkelijk dat we hier fietsen, beter gezegd afdalen. We passeren wat dorpjes, een elektriciteitsbedrijf dat op waterkracht draait. Het is  zo idyllisch en mooi dat we hier nog even blijven en daarom zoeken we een plek bij de rivier om koffie te maken, de was te drogen op een warme steen en de zaterdagkrant te lezen. Na ruim een uur dalen we verder af en doen boodschappen bij een klein buurtwinkeltje in het dorpje Most Na Soci. Boodschappen voor twee dagen. Dan door verder naar het zuiden langs de rivier de Soca. Eerst een klim en dan op een drukke weg verder afdalen. Ook lunchen we bij Kozarsce op een picknickplaats met een informatiebord  over een strijd in de loopgraven die hier in de eerste wereldoorlog is gevoerd. We rijden deze zaterdagmiddag langs een drukke provinciale weg naar het zuiden en er wordt behoorlijk hard gereden. Heel vervelend, maar dit is de enige mogelijkheid. Omdat de volgende camping 35 km verder is, stoppen we in Kanal. Vlak voor het dorp bij een benzinestation en een restaurant is een autocamping, maar deze is nog niet open, en omdat het toiletgebouw dicht is, mogen we er gratis staan en de natuur is ons toilet. Ik vul in het restaurant mijn waterzak en dat weten we uit ervaring is genoeg voor koken en wassen. Als de tent staat lopen we het dorpje in en krijgen we bij de Tourist Info advies over het fietspad dat net nieuw is en we morgen kunnen gebruiken. Om de sfeer van dit dorpje te proeven, drinken we wat op een pleintje. Terug bij de tent eten maken, rommelen en slapen. C voelt zich niet helemaal veilig zo op een bijna verlaten camping. Ik denk dat het gevaar niet zo groot is. Morgen weer naar een gewone camping. Laat in de avond horen we lawaai van nieuwe kampeerders vlak naast ons, maar daarna vallen we weer in slaap. 


Zondag Kanal - Opicine 80 km

De kaart is niet het gebied. Je kunt je zoveel voorbereiden voor een vakantie of een dag fietsen. Het gebied, de helling, het weer zijn net anders dan gedacht. We vertrekken om 7.15 van de camping en zien de oorzaak van het lawaai gisteravond. Een busje en een klein tentje er naast. De bewoners zien we niet.
Gelukkig hoeven we niet meer langs de autoweg en kunnen we weggetjes en een pas aangelegd fietspad op de rechteroever gebruiken. Dat fietspad suggereert een makkelijk tracee. Niets is minder waar. Korte stukken met 10 % en zelfs een stuk met een trap. Alles gesubsidieerd door de EG.met als doel toeristen te trekken in dit gebied. We besluiten Novo Corizia niet  te gaan bekijken en rijden langs de stad naar het zuid-oosten. Dit betekent behoorlijk klimmen om op de kam van de heuvel Stara Gora te komen. De beloning is een uitzicht naar twee kanten. We zoeken een tijdje naar een bankje bij een uitzichtplek. Als dat niet lukt zetten we zelf een stoeltje in elkaar en maken koffie. Om ons heen bomen met abrikozen, druivenranken en kersenbomen. Vooruit in de diepte het dal en bergen aan de overkant. We ontdekken dat we in het decor van een hardloopwedstrijd zitten. De ene na de andere man of vrouw komen met rood hoofd, zuchtend en soms wat hinkend voorbij. We wensen ze succes of applaudisseren. Bij sommigen denk je: zou je niet beter een andere sport gaan doen. 
We dalen af bij Vogrsko en komen in het hoofd-dal langs Domberk en rijden in een treintje op een provinciale weg richting Stanjel. Het is een vrij lange klim van 4-5 %. Vlak voor het dorp begint het te onweren. We doen ons regenjas aan en schuilen onder de bomen. Dan begint het echte storten en worden onze broeken nat. We doen dan toch maar onze regenbroeken aan. Dan twee flinke bliksemschichten boven ons hoofd en langzamerhand wordt de regen minder en rijden we een stukje verder. Dan begint het opnieuw te regenen en schuilen we opnieuw onder de bomen. De regen stopt opnieuw en we passeren een bushokje dat ons goed had kunnen beschermen, maar dat weet niet niet vooraf. Met een haarspeldbocht van 8%. rijden we het dorp Stanjel binnen waar het vrij toeristisch is vanwege een kasteeldorpje en tuinen. Vrouwen verkopen vanuit hun auto groente en fruit. De regenbui is nog niet afgelopen dus we  lunchen onder een afdak en na een half uur flinke regen willen we verder en kijken we even in het kasteeldorpje, maar het ziet er niet naar uit dat de regen stopt. C. Wil uit het regengebied wegrijden, terwijl ik, omdat we nog wel tijd hebben, er voor ben om even koffie te drinken en te zien wat het weer doet. Mijn overweging is dat nu doorfietsen een grote kans op natte schoenen  en sokken geeft. Het wordt koffie in een klein cafeetje. Na 30 min is het dan eindelijk droog. Alle gedoe met de onweersbui heeft ons 2 uur gekost, niet gepland. Daarna is het nog 24 km naar de camping.

Via rustige wegen, maar opnieuw met soms flinke klimmen. Het landschap en de bebouwing is weer totaal anders dan gister. Heuvelig, veel wijnbouw. En dichter bij Triëst wordt het drukker met de (snel) wegen. Op een fietspad door een natuurgebied komen we in gesprek met een ouder Duits stel, ze wonen twee jaar in deze regio, het Sloveense deel en zijn enthousiast. Dichtbij zee en Triëst  en bergen. Ze vertellen dat er een trammetje naar de stad gaat vanuit Opicine, ons campingdoel. 
Bij Trebiciano rijden we iets naar het noordwesten en bij Opicina op de grens met Triest vinden we de camping die op de heuvel ligt en te bereiken is met een helling van 15%. Behoorlijk slopend na de afstand van vandaag. Vanuit de parkeerplaats zie ik de stad, de haven en ..........de Adriatische zee. Mooi gehaald.

De beheerder, homo of gewoon een aardige man, zet ons op een trekkersveldje met kiezelstenen,  maar er staat een bankje en de prijs is ook netjes. En of we bij het restaurant willen eten, sublieme keuken voor weinig geld. Vandaag vis. C houdt niet van vis, dus dat is nog even in beraad.

Vlak na ons komt een frans gezin bij ons op het veld staan. Ze hebben de 'Parenzano' een oud 19e eeuws treinbaantje dat nu een onverhard fietspad is,  gelopen met twee draagtrollys en daarop alle benodigdheden voor kamperen en koken en verder hun kleding enz. Ze komen uit Nantes, hebben een sabbath en zijn al een jaar onderweg. De kinderen (8-10-12) hebben lesmateriaal bij zich. Globaal was hun project:  Fietsen naar Oost-europa, bezoek aan Israël en Palestijns gebied, woestijnbezoek in Egypte, overwinteren in Griekenland, wandelen in de Balkan en nu dit. Vanuit Venetië nemen ze de TGV naar huis. Hun doel is de kinderen een levensvormende ervaring mee te geven. ( Mijn woorden). Na het eten maken C en ik nog een wandeling. Als we weer bij de tent zijn gaat het regenen, dus geen kopje thee meer, maar slapen. De kaart is niet het gebied. 

Maandag 6 juni. Bezoek Triëst.
Pas om 9 uur in beweging. Ook wel lekker. Ontbijt en koffie en een verder gesprek met onze medebewoners uit Nantes. Ze zijn lid van de lekenorganisatie van de Jezuïeten. In hun stad Nantes is er een behoorlijke aanhang en het heeft hun geholpen met het vinden van adressen in de verschillende landen waar ze geweest zijn. Naast een bijzondere ervaring voor de kinderen, speelt ook 'vrijheid' en 'beleving van de natuur' mee als motief. Ik vertel iets over mijn ervaringen met de kerk. Een zus van de man is bezig met een werkstuk over de rol en functie van de priesters. Ze hebben te weinig management ervaring en staan te weinig boven de mensen, maar hebben ook moeite om aan te sluiten bij de ontwikkeling die mensen door maken.

Zij gaan deze dag naar een kasteel waar Maximiliaan heeft gewoond met zijn vrouw, wij gaan de stad in. We willen het oude trammetje gebruiken, maar deze verschijnt niet op de afgesproken tijd.
Wij wachten nog 5 minuten en zien dan pas dat er een papier op de paal is vastgemaakt waar iets in het Italiaans geschreven staat. Het enige dat ik kan lezen is 6-7-8- juni. Foute boel. We houden een fietser aan die zegt dat we de bus moeten nemen. Deze arriveert snel en we dalen behoorlijk af en komen terecht op het Piaza Oberdan waar op verschillende hoeken van de straten bushaltes  zijn. We proberen enige logica te ontdekken in de vertrektijden van de bus in de middag/ avond, maar die is er niet. 
We lopen richting het centrum via rustige straatjes met terrasjes, een groentewinkel, een koekjes en ijs en taartjeswinkel, kleding natuurlijk. Maar wat het meeste opvalt is de rijkdom van de bouwstijl. Zoveel sierlijke ornamenten zijn er bij de ramen en dakranden van de enorme huizen te zien. We bezoeken een museum voor moderne kunst dat vast zit aan het woonhuis van Baron Revotella. Deze regent liet in de 19e eeuw dit huis bouwen met geld dat hij verdiende met de handel. Daarnaast was hij politicus en betrokken bij de plannen uitvoering van het Suezkanaal. Door het museum te bezoeken krijgen we wat gevoel voor de verhoudingen in die tijd. De eetzaal, de danszaal, de gele kamer voor de kleine gesprekjes. Maar als je de strakke gebouwen ziet in de stad,






het strakke stratenplan dan krijg je een beetje idee van de organisatiekracht van deze notabelen in die tijd.  
We eten wat in een parkje. Kinderen spelen, ouders kijken toe, stelletjes eten een ijsje en een zwerver is blij met een halve peuk die hij op de grond vindt. Hij steekt hem meteen aan. Daarna slenteren we langs wat plekken die genoemd worden in de stadsgids. De kathedraal, het oude romeinse theater, de synagoge. We doen boodschappen en drinken wat bij een van de vele terrassen die tussen de grote huizen staan. 
We nemen de bus terug en eten wat. Daarna vragen onze buren ons om na het eten en afwassen wat te komen drinken in het café-restaurant van de camping en het gesprek van de ochtend voort te zetten. Dat is ook een beetje een terugbetaling voor de eigenaars die ons de wificode hebben gegeven. We maken een foto en dan gaan de kinderen zelfstandig naar bed. Onze Franse partners drinken witte wijn en als wij aan de waardin vragen om thee dan grijpt ze naar haar hoofd. Jullie zijn gek! Thee op dit uur? Maar we krijgen thee en kletsen over de kinderen. Charlotte, de moeder van het gezin  kan heel goed vertellen over de talenten die ze dit jaar bij haar kinderen naar boven zag komen. Yann de middelste zoon, had een paar romans gelezen en was toen zelf begonnen om een boek te schrijven, de dochter was veel gaan tekenen, en de Zoon Xavier was meer bezig met techniek, constructie. We praten ook over wat het betekent om een jaar lang zo intensief met elkaar op te trekken en of je wel toekomt aan je eigen rust en nadenken. Ze vertellen dat dit wel kan onder het wandelen en dat je niet altijd hoeft te praten. Ook hebben ze als ouders samen tijd voor elkaar in de eigen tent of een eigen kamer. Charlotte, de moeder was voor de sabbat adviseur Agricultuur en bezig met bescherming van streekproducten. Zij moet nu op zoek naar een nieuwe baan. De vader is software controleur bij de Franse spoorwegen en gaat op 7 juli weer aan de slag. Lieve bijzondere mensen.Het is morgen een warme dag. 23 u is veel te laat om te gaan slapen. 






Triest -Motovun 76,3 km
Fietsen als dagbesteding en kan je echt bij de onweersbui vandaan fietsen? Dat zijn de thema's van vandaag.
Deze dag is wat onbestemd omdat er verschillende manieren zijn om in Porec te komen. Dan wel langs de kust om de kustplaatsen van Istrië te bezoeken, dan wel het oude treinspoor van de Parenzana gebruiken. En tenslotte is er de hoofdroute die gaat door het binnenland en voornamelijk over de provinciale wegen. 




Als we de camping afrijden zien we twee vrouwen op het terras een kopje koffie drinken. Ze hebben Snel fietsen en komen inderdaad uit Utrecht. Ze rijden de route andersom en komen uit Porec op weg naar Villach en willen dat doen via Bled. Zij hebben de hoofdroute door het achterland genomen en gisteravond Triëst bekeken. Reden: ze hebben maar twee weken vakantie. Dat betekent veel kilometers per dag maken. Wij proberen de route te vinden, maar wel op hoogte te blijven. Het centrum van Triest ligt zeker 400 hoogtemeters onder ons. 
We pakken de route weer op aan de oostkant van de stad en proberen het treintracee van de Parenzano te vinden. Beetje verkeerd rijden, vragen en dan zitten we er op. Ik dacht te hebben gelezen dat het Sloveense stuk geasfalteerd was, maar dit deel bestaat uit grof grint en het fietsen gaat traag. Deels ook omdat we stijgen. Het is een warme dag aan het worden en wat we doen is toch niet zo slim, want we verliezen tijd door het rijden op grint. Dat krijg je als je geen duidelijke keuzes maakt!!!
Er rijden veel mensen met mountainbikes op het pad en we passeren een middelbare schoolklas die op excursie is. Het pad stijgt gestadig met zo'n 3 % dat merken we straks met afdalen. C. is helemaal klaar met het gehobbel en heeft last van de hitte. Na zo'n 10 km bij Klanec komen we bij de asfaltweg en kunnen we iets meer vaart maken. Eerst nog wat klimmen en dalen en dan een enorme daling van wel 10 km. Dat belooft niet veel goeds. Dit gebied is dunbevolkt, de wegen zijn breed en goed geasfalteerd, maar de beklimmingen zijn lang. Dit keer zo'n 4-5 km met een percentage van 5-6 %. Vooral wind mee in de zon is het niet te doen zo warm. De thermometer van C geeft 37 gr aan. Boven op de kam is een klein dorpje met een supermarktje gerund door twee vrouwen. Eenvoudig, maar alles is er. Omdat we niet weten wat deze dag nog gaat brengen doen we onze avondboodschappen. 
Dan klimmend en dalend op de provinciale weg die niet druk is gaan we op zoek naar een bankje voor de lunch. Het is inmiddels 14.30 u. Dan zien we een klein bankje aan het begin van een erf. In de schaduw. We eten wat brood en drinken Kefir, dat in de plaats is gekomen van de buttermilch die we hier niet kunnen vinden. Een man rijdt het erf op, draait zijn raam open en vraagt of we Italiaans of Slowaaks spreken. Antwoord: nee. In het  Engels zegt hij dat we de plek netjes moeten achterlaten. We antwoorden dat dit vanzelf spreekt. Dan draait hij het raampje weer dicht en rijdt naar zijn huis 75 m verder op. 
We rijden door en krijgen dan weer een behoorlijke afdaling en we passeren een wachtpost. Ik denk eerst dat het een betaalkantoor is voor een tolweg en rijdt langs de auto's heen. Dan wordt me duidelijk gemaakt dat ik me moet melden. Het is de grensovergang van Slovenië met Kroatië. C. en ik laten allebei ons paspoort zien en mogen door. We gaan van de grote weg af en slingeren door een nauw dal en komen langs enorme rotspartijen. Boven ons dreigt een onweer. Af en toe horen we een klap. We zitten op de rand van mooi en slecht weer. Het is fijn om weer over kleine weggetjes te rijden in plaats van de grote weg waar steeds behoorlijk hard wordt gereden. We hebben besloten om in Motovun de camping op te zoeken. We rijden naar het dorpje en zien het 200 m boven ons uitsteken. Inmiddels heeft het onweer ons ingehaald.
We kunnen een stukje Parenzana pakken dat linksom de heuvel gaat. Het is een modderig boerenpad. Het alternatief is de geasfalteerde helling aan de andere kant van de heuvel. We vragen aan een autobestuurder of er inderdaad een camping is - antwoord: die is over twee km - en we beginnen aan de klim. Na 5 min. een felle klap en dan begint het te stortregenen. We weten inmiddels wat te doen en wachten met regenbroek aan onder wat struiken het einde van de bui af. De weg verandert in een beek. Na 25 min. wachten wagen we het er op en fietsen verder. Aan de voet van de weg naar het bergdorpje is de camping. We hebben echter geen Kroatisch geld bij ons en als we de camping willen betalen is dat nodig. Gelukkig is de bank vlakbij de pakeerplaats voor bussen nog open en ik wissel 20 euro om. 
De camping wordt vooral gebruikt door campers, maar er zijn ook twee grasveldjes als etage boven elkaar. We nemen de bovenste en zetten de tent op onder een olijvenboom. Het is inmiddels fel zonnig en warm weer en hebben een fantastisch uitzicht over de velden onder ons. Alles wat nat is drogen we op een waslijn die al is opgehangen. We drinken thee en C. Gaat douchen. Ik duik in het kleine zwembadje en douche me na. Als ik aangekleed ben loop ik naar het toiletgebouw en maak een praatje met een Nederlands stel dat met een oud VW busje op stap zijn. Of ik biertje wil. Ik roep C. er bij en we kletsen wat over onze en hun ervaringen met kamperen. Op het ene moment rij je in de hitte, heb je een zeer achterwerk van de vele kilometers, wordt je overvallen door een stortbui. Op het andere moment heb je lekker warm weer, een mooi uitzicht, een zwembadje en bier met een leuk gesprek. Zo op fietsvakantie zijn is bijna niet uit te leggen aan anderen. 
Om 21.30 u ben ik op en moe en duik mijn bed in. Mooi geweest. Dit was een van de zwaarste fietsdagen  van de vakantie en of we het wilden of niet: de onweersbui heeft ons toch ingehaald. 

Woensdag -Motovun - Porec. 48,8 km
We zijn om 6.30 wakker en volgen het gebruikelijke ritueel. Als we de tent uit komen zien we dat het hele dal beneden ons nog in de wolken zit en dat de wolken naar ons toekomen. We maken een paar foto's om dit mooie plaatje vast te leggen.

Het plan is om de fietsen op te tuigen, deze te laten staan op het veldje en lopend het middeleeuwse stadje boven ons te bezoeken. Eigenlijk wel lekker om een stuk te lopen en na een km is er een steil straatje dat naar boven gaat. Kleine klinkers als bedekking. Prachtig oud zijn de huizen, maar ook vervallen en er is veel leegstand. Toch lopen we ook langs een kinderdagverblijf, wat betekent dat hier ook gezinnen wonen. We slenteren naar de top waar een vrouw bezig is het terras schoon te vegen. Onder ons een prachtig uitzicht naar alle kanten. Het is vroeg en er zijn nog nauwelijks toeristen. Kleine winkeltjes bieden wijn en  truffels te koop aan. Nooit gegeten.
Beneden pakken we de fietsen en groeten onze buren. Gelijk mogen we het dal uit fietsen en na wat dalen en klimmen, zo'n 7 km , hebben we trek in koffie. Opnieuw worden we bijna weggestuurd als een vrouw het erf op rijdt. We zeggen dat we koffie drinken en dan weer weg gaan. Alsof de bewoners van Kroatië zoiets als fietsen en onderweg zijn niet kennen. De route vervolgt en zomaar, uit het niets staan we op het pleintje van Visnjan. Een terras met grote bomen, het is behaaglijk warm weer, mensen genieten van koffie, of  eten wat, de postbode komt voorbij, toeristen op mountainbike's met elektrische motor stoppen even, een visverkoper heeft zijn Berlingo in de schaduw staan met de achterdeur open.
Hij heeft een liedje aanstaan dat de hele tijd herhaalt wordt. Buurtgenoten kopen vis. Iets verder is de bank waar mensen geld pinnen. De serveersters steken steeds de straat over om te bedienen. Dit is nog wel toerisme, maar op een locale prettige manier. We kunnen er op een of andere manier niet van vertrekken en blijven een tijdje op het bankje zitten en het deuntje van de visboer zet zich vast in ons hoofd. De visboer zit inmiddels op een ander terras en drinkt een espresso. 

We gaan toch maar verder en dalen af naar Porec. We rijden over een kleine weg door de velden met druivenstruiken. Werkmannen pauzeren onder een boom. Ze zijn bezig overbodig blad te verwijderen zodat de druiven meer zon krijgen. We groeten hen. Verder veel velden met olijven en vijgenbomen. Dat dit toeristisch gebied is zie je aan bordjes bij mooie huizen waar op staat ' Rent me!'
In stad moeten we twee dingen doen. Een kaartje voor de boot naar Venetië regelen en een camping vinden. Het eerste lukt, hoewel we niet de volgende dag mee kunnen. Die boot is al volgeboekt. We blijven dus een dag extra. De camping is iets lastiger. De dichtstbijzijnde camping is, als we ons melden bij een jong  meisje van de receptie, 'in transformatie' en laat geen kampeerders toe. Inmiddels hebben we wel ontdekt dat toerisme hier Big business is. De campings zijn resorts met eigen strand, slagbomen, zwembaden en cocktailbarretjes. Ook zijn er veel all inclusive hotels. Bij de TI vragen we om een kleine camping die acht kilometer onder Porec ligt. We rijden langs de eilanden en resorts van de grote campings en als we ons melden krijgen we een kampeerplekje op het grint. Het  ziet er allemaal netjes uit, vooral omdat de camping pas een jaar bestaat. We krijgen ook twee bandjes voor het strandje dat bij de camping hoort. Het meisje van de receptie is erg aardig en geeft ons een snoer voor de elektriciteit.

We verbazen ons over de luxe van het toiletgebouw, en de drukte bij het restaurant. Het is hier toeristisch dus dan moeten we ons ook maar als zodanig gaan gedragen. Dus op zoek naar het stukje strand van de camping om te gaan zwemmen! We zoeken even en melden ons met ons toegangsbandje bij twee gebruinde jonge mannen, die net - het is half vijf - alle ligstoelen opruimen. Ze laten er twee staan en wij proberen in het water te komen. Met blote voeten is dat niet te doen vanwege de scherpe kiezels. C. heeft teva's bij zich die in het water kunnen. Voor het zwemmen hier heb je echt zoiets nodig. Er is een soort zwemhaven gemaakt, daarbuiten ga je de zee op. Op het stukje strand staan verder parasols en een soort hemelbedden, er is permanent discodreun en een cocktailbar. In totaal zijn er zo'n 7 gasten. 
We douchen om het zoute water af te spoelen en ik werk het reisverslag bij. Het is hier wel een lekker temperatuurtje, ik zit/lig wel heerlijk na een dag fietsen. Daar past wel een drankje bij.  C. wil wel op verkenning uit en komt terug met een flink glas koude witte wijn. Zij en de dame van de coktailbar hebben een deal, omdat we niet genoeg Kroatisch geld bij ons hebben. Het wordt later afgerekend, maar als we naar huis gaan schenkt ze ons de wijn omdat deze al 'oud' is. 
Als we terugkomen op de camping zit het hele terras vol met zestigers. Wij koken ons eigen potje. Rijst met een sausje van aubergine, courgette, paprika en blauwe kaas. Genieten.

Rustdag Porec.
We slapen uit tot 10 u. De lucht is bewolkt en er dreigt onweer. Douchen, wassen, koffie drinken en krant lezen. Dan een bezoek aan Porec en uitkiezen wat een snelle route is want morgen moeten we om 7.30 u. in de haven zijn. We slenteren door de haven, zitten bij het stadhuis onder de overkapping omdat het regent. Een bruidegom wordt door zijn moeder aangekleed. Zenuwen. Na een half uur komt ook de bruid. Mensen die langslopen kijken even op en glimlachen. Een nieuw fris, jong stel dat trouwt roept schijnbaar iets op. Een fotograaf neemt foto's.

We zetten de fiets vast op een plein bij een groot vol terras en lopen de winkelstraat in, waar het stikt van kleine winkeltjes met gelegenheidsspullen: sieraden, waterschoenen en slippers, t-shirts, snoep. In een achterafstraatjes zien we een tassenwinkel met eigen ontwerpen. De verkoper zit buiten op een bankje de krant te lezen. We raken in gesprek. De winkel is van een neef, hij woont er en verkoopt en bijzonder is dat de winkel wordt genoemd in de lonely planet. Mooi gesprek over de vrouwen in zijn leven, kinderen, oorlog en de politieke partijen in Kroatië die niet deugen. Als we willen gaan- we willen vanwege ons fietsen niets kopen - wil de man C iets geven. Ze krijgt drie kleine bloemetje van leer en een klein sleutelbeursje. Tenslotte doet hij er een muntje in. Dat brengt geluk. Hij schat in dat ik dominee ben. 
Daarna wisselen we ons geld in voor een kop koffie en doen boodschappen. Om ons vertrek uit Istrië te vieren zit er vandaag een glas wijn bij het eten. 

Vrijdag Porec - Mestre.
C is erg vroeg wakker ( vijf uur) ik blijf nog even liggen. Opfrissen, opruimen en inpakken doe we redelijk snel, omdat we ons vroeg moeten melden voor de embarkmentkaart . We zijn ruim op tijd en melden ons bij het bureau waar drie dames met pc's de gegevens van alle passagiers controleren en kaarten geven. Dan in de rij waar een helper onze fietsen zonder bagage afneemt. Dan kletsen we nog even met twee Nederlandse pensionada's die een dagje op en neer gaan. We stappen op de boot en zitten bij het raam met nog zo'n 160 mensen in een grote ruimte. De boot is een catamaran en stuift met een vaartje van zo'n 40-50 km over het water. 
Halverwege krijgen alle mensen die het dagtochtje doen een instructie verhaal. Het belangrijkst is dat ze weer om 16.45 u weer bij de boot zijn. Hotelkamers in Venetië zijn nl. duur Snel 500 euro. Maar dan komt de kern: naast de rondleiding op het St Marco plein kunnen alle dagjesmensen ook gebruik maken van de lunch (17 eu), de gondelvaart (28 eu) en ook is er een plattegrond en achtergrondboekje beschikbaar voor ieder 5 eu. 
We varen rond 10 u. rustig door de lagune en zo zien we al wat van de stad. Dan uitchecken en langs de douane. Met mijn GPS vinden we het station, maar om daar te komen, moeten we de glazen brug over, over het Grand Canal. C is zo alert om twee sterke jongens te vragen die wel willen tillen. Erop, want er af gaat wel. We gaan met de trein omdat de dijk tussen het vaste land en Venetië geen goed fietspad heeft en de snelweg onverantwoord is. In Mestre drinken we koffie en kijken wat op een locale markt. De camping ligt in een buitenwijk en is niet goed bereikbaar zonder opnieuw een
stukje vierbaans weg te nemen. Het kost daarom veel tijd om daar te komen. Als alles staat ben ik behoorlijk moe en heb geen zin meer om naar Venetië te gaan. We slapen wat, maken eten enz Lastig is dat hier veel kleine stekende mugjes zijn. Midges heten die geloof ik. Zeer irritant. Het muggespul werkt wel een beetje, maar ze weten goed onze enkels te vinden. 





Zaterdag. Bezoek aan Venetië
Omdat er vroeg naar bed zijn gegaan zijn we ook vroeg wakker. Na het douchen en ontbijten pakken
we de bus en zijn om 8.15 u. bij het busstation van Venetië. Het is een bijzondere ervaring om de stad te zien ontwaken, maar vooral te zien hoe het gaat met de vuilophaaldienst. Mannen halen bij de huizen in hun wijk zakken op die aan het raam of de deur hangen, vervolgens wordt hun kar opgetild door een vuilophaalboot.
 
Bezige mannen, trots op hun werk. Ook zagen we veel boten met levensmiddelen. Groenten. Ook een soort koelboot. 
Tenslotte de kruiers die de koffers van hotelgasten verplaatsen. Alles als geoliede machine van dienstverlening. 
Jaarlijks bezoeken 250 miljoen mensen Venetië. Waarschijnlijk in de zomermaanden meer dan in de winter en dat betekent dat we vandaag met een kleine miljoen mensen door dit gebiedje zijn gelopen. Allemaal vanuit een zelfde soort idee of verlangen. We slingeren door de stad heen en proberen vroeg op het St Marco plein te zijn.

Dan kijken we op dit eiland naar de chique modehuizen. Terug op het plein gaan we naast het terras zitten, waar een klein ensemble muziek maakt en we verwonderen ons over het publiek op het terras, de hiërarchie onder de kelners, maar ook de geoliede samenwerking. Via een omweg, slenteren we verder en soms pauze houdend komen we weer bij het station uit. Het is, zoals voorspeld, begonnen met regenen en onweren. Vlak bij het busstation stort het met bakken uit de lucht. Gelukkig komt de bus snel. Op de dam naar Mestre moet de bus zachtjes rijden omdat er een laag water op de weg ligt. Ook op de camping zien we dikke plassen, maar de de tent heeft de hoosbui gehouden. 
Tel je zegeningen.
We koken en na het eten praten we met onze achterburen. Ze komen uit Bulgarije, maar wonen in Oostenrijk. Ze zijn voor weekend naar Venetië gekomen. De kinderen moeten morgen weer naar school. De nieuwe tent heeft de stortbui goed doorstaan. We praten wat door over onze reis, haar liefde voor Porec, over Venetië is ze minder enthousiast. Ook hebben we het over de ontwikkelingen in Europa, de vluchtelingen, het opkomend fascisme in bijv. Polen, het referendum over de samenwerking met Oekraïne. Ze zegt dat Rusland de grote broer is en dat de handel met Rusland is weggevallen. Deze landen zoeken nieuwe afzetmarkten. Leuk om zo uit te wisselen, zomaar op de camping.
C heeft veel last van de muggen en zit helemaal ingepakt op haar stoel. Het maakt haar behoorlijk chagrijnig. Het liefst wil ze al om half acht de tent ingaan. We rekenen de camping af en laden onze apparatuur op. Als ik de vuilnis wegbreng,  zie ik dat veel mensen voetbal kijken in het restaurant. Engeland tegen Rusland. Het wordt uiteindelijk 1-1. Maar leuk snel voetbal. 
Terug in de tent luisteren we naar een 'Echt gebeurd' verhaal en vallen in slaap. 


Zondag Venetië Mestre - Conegliano75 km
Dit keer ben ik er als eerste uit. Alles inpakken en een yochurtje als ontbijt. Om acht rijden we van de camping af. We maken behoorlijk vaart. Mogelijk omdat we drie dagen nauwelijks gefietst hebben. Het is bewolkt en niet warm. We rijden langs veel wijnvelden, maar als je het niet zou weten dan zou dit ook Nederland kunnen zijn. We worden met de route langs een rivier geleidt. Er is een fietspad naast gelegd dat veel gebruikt wordt door mountainbikers, gewone mensen met honden enz. Wij zoeken een bankje aan het water en maken koffie. Achter elkaar laten twee eigenaren van honden hun hond uit in het water. Deze soort is echt een waterhond en je verwacht dat  ze gaan zwemmen, maar deze twee staan alleen maar te staan.

We rijden door het dorpje Casier en lopen vast op een brug die nog gebouwd moet worden. Deze dingen maken dat ik de Italiaanse aanpak niet leuk vind. We rijden twee km onnodig om. We rijden door naar Treviso. Maar er is file op het pad. Iedereen uit de stad loopt of fietst deze zondagmorgen hier. Dan de stad in. Op de Piazza Dei signori is het een drukte van belang. Mensen slenteren, winkelen, drinken koffie. Zeer aanstekelijk. We kijken wat rond. De kathedraal kan niet bezocht worden omdat er een viering is om 12 u. 
Het stuk daarna is een beetje meer van hetzelfde. Veel landbouwweggetjes en kleine dorpjes. Aan het eind van de middag komen we in Conegliano aan. Er zijn geen campings in de buurt. Ik bel een b&b uit het boekje. Deze MW. heeft plek. We rijden er met de gps/tomtom naar toe.  Het huis staat in een wijkje met mooie villa's en dat is net achter het gebouw van de wijnuniversiteit. (dit is de prosecostreek) We bellen aan bij het hek. Een oudere vrouw komt naar ons toe en doet met een afstandsbediening het hek open en even later op dezelde manier ook de deur van de garage open. Waar zijn we nu belandt? In het Italiaans leidt ze ons rond in de beneden etage van het huis. Keuken, woonkamer, toilet en slaapkamer. Er is ook een
kamer met fitnessapparatuur. Ze spreekt nauwelijks andere talen dus we knikken bij alles wat ze zegt zonder het precies te begrijpen. Maar we zijn akkoord met de ruimte en controleren toch even de afgesproken prijs en hoe het zit met ontbijt. Ze schrijft het bedrag op een papiertje. We  spreken af dat het ontbijt om 7.30 uur. is en ook ontvangen we de wifikode. 
We hebben nog genoeg restjes en pakjes om in de keuken een maaltijd te maken en gaan niet meer de stad in. Om 21 u zijn we allebei zo moe dat niets meer leuk is, sluiten de luiken en duiken het bed in. Het is pikkedonker in de slaapkamer. Dat is in de nacht lastig om de wc te zoeken. Waar ben ik,  en waar ga ik naar toe? Vakantie is ontregelen. 

Maandag Conegliano - Ttasaghis 112 km.
Als ik om 6.45 u naar de wc ga is de pensionhoudster al bezig met het ontbijt en het afvegen van richeltjes en vensters. We groeten elkaar en we beginnen met inpakken. Ook vouw ik de tent weer op die we gisteravond over de fietsen hebben uitgespreid. Dan ontbijt. Zo goed en kwaad als het gaat vragen we wat we op tafel zien. Spek en kaas, drie soorten zelfgemaakte marmelade, broodjes, yoghurt, thee enz. Met liefde gemaakt. Terwijl we eten rommelt ze in de keuken. Ik voel me wat opgelaten, maar C laat zich alles goed smaken. Naast het brood staat er ook een schaal met koekjes en een zelfgebakken ronde cake. Wat moeten we hier mee doen? We vragen of we een stukje mee
mogen nemen voor onderweg. De vrouw haalt boven een plastic bakje, zodat we de 3 stukjes cake veilig kunnen vervoeren. Als alles is ingepakt lopen we nog even door de tuin. Ze heeft allerlei fruitbomen: pruim, bessen, abrikoos, vijgen, kers. En daarnaast nog een groentetuintje met tomaten. Jammer dat door het taalprobleem het uitwisselen zo moeilijk ging, want zo kom je niet meer te weten dan dat haar man architect was en dat ze twee kleinkinderen heeft. Of de man nog leeft, of dat ze gescheiden is was ook onduidelijk. Wij een kamer, zij mensen om voor te zorgen. Dat zie je ook veel bij Vrienden op de fiets.
We gaan op weg naar Maniago en de route is erg leuk en afwisselend. Stukjes fietspad, kleine dorpjes, uitzichtjes over de Po vlakte. Dan gaat het regenen en we schuilen in de Coöp en doen onze boodschappen. Vlakbij is het station en we willen een stukje treinen omdat de afstand naar de camping vandaag te groot is. Drama. De treinlijn is opgeheven en wat stom van ons om te denken dat als er op de kaart een spoorlijn betekent staat, dat er ook een trein rijdt. De man van het cafetaria waar we het vragen belt voor de zekerheid en ook hij spreekt geen andere taal dan Italiaans, maar dan maakt hij een 'breek gebaar' met zijn handen en zegt ' kaput'. Alle vervoer in het
dal gaat tegenwoordig met de bus en hij suggereert, dat denk ik te begrijpen, dat we met de bus gaan. Ik wijs naar onze fietsen en zeg dat dit ingewikkeld is. Wat te doen? We hebben 55 km gereden en moeten nog ongeveer veertig. We zijn nog niet echt moe, het is 14. 45 u. We rijden zonder pauzes gemiddeld 15-16 km per uur. Ook hebben we niet zoveel ruimte in onze planning en begroting. 
Dit is niet meer wat je noemt vakantie, dit is ook geen prettige dagbesteding, maar dit wordt iets wat moet. Een voordeel hebben we. We gaan afdalen. 
We zetten de turbo er op en rijden in een uur ruim 20 km richting Colle. Hier zien we een enorme rivierbedding en als landschapservaring een voor mij onbekend verschijnsel. De Dolomieten die boven ons liggen produceren in het voorjaar schijnbaar een enorme hoeveelheid water die niet anders geloosd kan worden dan op deze manier. Dan volgt
Valeriano, Pinzano, Cornino waar we een klein meertje zien met heel blauw water. Dan rijden we langs de flank van de berg op een smalle weg met aan onze rechterhand opnieuw een immens stroomgebied van een rivier. In Peonis vragen we of de campings die op ons kaartje staan nog functioneren en welke het leukst/ mooist is.  De man adviseert camping Val del Lago 3 communi. Dit wordt ons doel, maar de laatste loodjes wegen zwaar. De omgeving is Alpine, groots, indrukwekkend. Onze benen en billen bagger. We klimmen een dalletje in waar aan het eind de camping ligt aan een klein meertje. Mooi, alleen wil het feit dat er een snelweg boven ons uit een tunnel uit komt.

Op de camping spreken we een Nederlands stel dat vandaag uit Arnoldstein komt en hetzelfde pension heeft gebruikt als wij 10 dagen geleden. Het is de richting die wij morgen  gaan. Ervaren fietsers (die met te veel spullen rijden, maar wat maakt het). Hun auto staat in Innsbruck en ze maken een zelf bedacht rondje. Zij zit veel op internet om naar routes te kijken. Ze zijn pensionados zonder kinderen en dit is echt hun hobby. Ze hebben mooie fietsen met Rohlof en snaaraandrijving. Lieve mensen. 
Het is al laat. Dus snel koken, eten douchen en gaan slapen.

Dinsdag Tasaghis- Travisio. 81
We zijn vroeg wakker en we eten een yochurtje na het afbreken en opbergen. Maar we willen bij het cafeetje ook onze mail nog bijwerken en de krant downloaden dus we rijden te laat om negen uur weg. Eerst terug naar het zuiden en dan bij Tasaghi even boodschappen doen bij de bakker en dan naar het noorden. Nog steeds is het stroomdal heel breed. Indrukwekkend ligt het tussen de bergen en het maakt dat je er stil van wordt. Het besef van het hogere en kwetsbare is sterk gerelateerd aan de beleving van de natuur en het landschap. Dat kunnen ontvangen is een kwaliteit naast het zelf kunnen bepalen en maken van dingen in het leven. En en en niet of of.
Maar deze dag?
We klimmen op sommige plekken pittig maar dat moet ook want we stijgen vandaag van 200 m naar 800 m. Na een klein uur fietsen komen we in Venzone, een ommuurde middeleeuwse stad. Leuk, mooi. Er is markt, maar wat een fietsers hier!!! Het stadje is onderdeel van de Alpe Adria radweg en buiten het stadje staan de fietsbussen die mensen afleveren en onder leiding van een gids een stuk laten fietsen. Ook spreken we met een stel dat met een elektrische fiets de radweg doet en waarbij de bagage van het ene hotel naar het volgende vervoerd wordt. Fietsindustrie. We gaan tegen de stroom in op twee manieren. We hebben alle spullen bij ons en we rijden niet de berg af, maar naar de Alpen toe. Dat is het thema van de dag. Langzaam met 11-12 km , gaan we met 2-4% helling  omhoog. De reden is dat een slimme medewerker toerisme bedacht heeft om een oud tracee van een spoorlijn om te bouwen tot fietspad.
Dit pad gaat ongeveer van de Oostenrijkse grens achter Travisio naar Venzone. Soms is het tracee grint maar op sommige plekken een fietssnelweg. De oude tunnels hebben verlichting en er zijn picknikplekken gemaakt. Na Venzone komen we langs Carnia, Resiutta en Dogna. Het fietsen is goed te doen, al heeft C de volgende dag spierpijn. Het is een mooi geasfalteerd fietspad dat zo door de vallei heen glijdt en de uitzichten van boven op de dorpjes zijn ook
bijzonder, maar het is ook saai fietsen. En wat tot nadenken stemt is hoe een mooi rivierdal volledig is volgebouwd met snelwegen en spoorbanen. Vervoer en mobiliteit is zinvol, maar door deze betonnen linten is er niets meer zichtbaar van het natuurlijke dal. Wat overblijft is een gemakkelijke manier om hoogte te winnen en de kam over te gaan. Overigens is de treinbaan niet overal meer in takt en wordt je omgeleid om even later weer bij het tracee uit te komen. Wel goed opletten. We zagen twee fietsers zo'n bordje missen. Zie er dan later maar weer op te komen. De mensen die de route andersom doen hebben een makkelijke dag. De top van de klim ligt voor ons iets voor Travisio op 827 m. Ongeveer. Dan daal je licht af. We zijn net op tijd bij de toerist informatie. We vinden een kamer in hotel
Adriatica. De fietsen kunnen we stallen in de kelder van het huis. Na het douchen lopen we het stad je/ dorpje in. Helemaal ingericht op toeristen zoals wij. We eten wat en ik ontdek dat een glas wijn 1,50 kost en het serveren evenveel geld. Rare jongens die Italianen.



Woensdag Travisio - Villach. 32 km. 
We kunnen om 8 uur ontbijten. Niet heel uitgebreid, maar wel met taart en heerlijke cappuccino. We
praten wat met een Nederlands stel dat gister gelijk met ons aankwam. Ook zij zijn uit uit Salzburg vertrokken, maar hebben niet alles van de route gedaan. Ze gaan naar Bologna en gebruiken de route van Reitsma die ze hoger waarderen dan Bejaminse. Het lijkt wel kerk. Het regent maar we willen toch weg. Als alle spullen op de fiets zitten breekt de lucht open en wordt het lekker. We passeren de splitsing met de afslag naar Bled, waar we twee weken geleden zijn afgeslagen en we beseffen goed dat we heel wat hebben meegemaakt. 
Dit stuk kennen we van de heenweg en daalt af tot Arnoldstein. Bij de grens zien we dat we op de heenweg een stuk Cicloone Adricatico gemist hebben. Niet echt goed aangegeven. Voor Villach nog een kopje koffie en dan naar het station waar we een kaartje Salzburg kopen.
De treintocht gaat langs het dal van de Drau en we kunnen nu vanuit een andere positie zien wat we allemaal gedaan hebben. Dan door de tunnel bij Mallnitz en langs de hotels van Bad Gastein. Mooi uitzicht. Dan neemt de trein een ander dal om in Salzburg te komen. Daar gaan we naar dezelfde camping en zwemmen een paar baantjes om de treinkilometers af te spoelen.

Donderdag  rustdag Salzburg


Vrijdag Bezoek aan München en nachttrein naar Nederland. 



We nemen een halve dag om de stad Munchen te bekijken, Markt, Regeringsgebouwen, en alternatieve straatjes voor de meer hippe winkeltjes. Ook praten we met een man die lege flessen in de
afvalbakken zoekt. We raken in gesprek en vragen waarom hij dit doet. Hij werkte als technicus bij een groot bedrijf even buiten Munchen, maar werd psychisch ziek en werd ontslagen. Hij heeft wat vermogen en leeft nu van de rente waarmee hij de huur en de andere kosten mee kan betalen. Hij zit in zelfhulpgroepen. De plastic flessen die hij vindt zijn 15 cent waard en met drie uur zoeken kan hij per dag 5 euro verdienen. Dit is voldoende voor de boodschappen. Goed om zo even te praten en te begrijpen waarom deze man doet wat hij doet. De reden is ook dat we veel mensen zien die bedelen, krantjes verkopen, of afvalbakken nalopen. Er zit een spanning tussen de rijkdom in de chique winkels, de well to do sfeer die in de stad hangt en dit soort verhalen. Verder brengen we de namiddag door met kennissen die ik een eerdere vakantie heb ontmoet. We zien elkaar in een biergarten bij de Chinesische Turm in de Englischer garten. We

drinken natuurlijk bier (en water) en kunnen er zelf meegebracht eten gebruiken.

Daarna lopen we met onze fietsen terug om wat beweging te hebben en vertrekken om 22.50 u met de nachttrein. In Amsterdam Sloterdijk is er geen trein en wel vervangend busvervoer naar onze eigen woonplaats. Daarom rijden we de laatste 20 km met de fiets. 
We hebben in 13 fietsdagen iets meer dan 900 km gereden. We hebben 6 rustdagen gehad. Salzburg (2x), Bled, Triëst, Porec, Venetië. Daarnaast waren er vier verplaatsingen: Porec Venetië, Villach- Salzburg, Nederland - Salzburg 2 x. Mooi om weg te zijn en mooi om weer thuis te komen.